Woord en beeld
‘Juf, doe ik het zo goed?’ Jason kijkt me vragend aan. ‘Dat ziet er goed uit,’ antwoord ik, ‘gebruik zo een liniaal om lijnen te trekken, oké?’ Hij knikt en gaat verder.


‘Juf! Wat vind je van mijn gewei?’ Nick duwt zijn aantekeningenschrift zowat in mijn gezicht. ‘Zeer gedetailleerd, knap! Vergeet je er niet bij te schrijven waar de rendierjagers het gewei voor gebruikten?’ Met een ‘Oh ja, goeie’ gaat ook hij weer aan de slag.
Groep 8 is druk bezig met het tekenen van een rendier. Dat heeft helemaal niks te maken met de aankomende kerst, maar is onderdeel van mijn geschiedenisles waarin ik heb verteld over de rendierjagers die zo’n 12000 jaar geleden achter de kuddes aan door delen van Europa trokken. Om mijn verhaal kracht bij te zetten, maken we aantekeningen. En daarbij teken ik stap voor stap een rendier op het bord en vraag ik mijn leerlingen met mij mee te doen. Tussendoor loop ik rond, stuur bij waar nodig is en leg uit. Vervolgens noteren we welke delen van het rendier voor welke doeleinden worden gebruikt; van het gewei bijvoorbeeld werden wapens gemaakt en de huid was zeer geschikt voor kleding. Geen methode dus voor onze zaakvakken, maar thematisch onderwijs waar we zowel boeiende, rijke teksten lezen, als over het geleerde schrijven. In dit geval het maken van waardevolle (aan)tekeningen. Dat doen we met zorgvuldig opgebouwd bordwerk (wat de leerlingen overnemen in hun schrift), middels de Cornell-methode (het onderscheiden van hoofd- en bijzaken) of door dual coding. Mijn favoriet.
Op researchED (een conferentie waar evidence-informed onderwijsinhoud centraal staat om het onderwijs duurzaam te verbeteren) maakte ik een aantal jaar geleden kennis met dual coding. In zijn sessie vertelde Oliver Caviglioli zeer inspirerend over het onderzoek dat is gedaan: wanneer je informatie aanbiedt in woord én beeld, blijft de stof veel beter hangen. Dat komt doordat ons werkgeheugen verbale en visuele informatie afzonderlijk verwerkt, waardoor het dubbel wordt opgeslagen in ons langetermijngeheugen. Dubbel coderen dus. Oliver liet ons ook zien hoe je dit fenomeen toe kunt passen in de dagelijkse lespraktijk en zette ons ook aan het werk. Lang verhaal kort: ik kan nog steeds het eiland Corsica tekenen met de hoofdstad en alle flora en fauna.
Als mijn lieve leerlingen klaar zijn met (aan)tekenen – ik heb heel wat bijzondere rendieren voorbij zien komen –, geef ik ze de opdracht dat vermaledijde beest nogmaals te tekenen. Op een blanco pagina, uit het hoofd. Om te zien welke kennis al is opgeslagen. Een paar weken later vraag ik het weer; in een handomdraai en vrijwel foutloos worden de wisbordjes volgekalkt, met woord en beeld. In het langetermijngeheugen van mijn achtstegroepers zit de informatie rondom rendieren en rendierjagers goed opgeslagen. Net zoals het belang van dual coding en evidence-informed lesgeven bij mij.