Leeskrachten gevraagd
De gemiddelde student aan de pabo is geen lezer meer, zo blijkt uit onderzoek van de Pabo Zwolle en Stichting Lezen. Aanstaande leerkrachten lezen in hun vrije tijd nauwelijks (jeugd)literatuur, tijdschriften of informatieve boeken.


Ook voor de opleiding wordt weinig gelezen. Op ruim 40 procent van de pabo’s lezen studenten maximaal vijf kinderboeken per jaar en op 36 procent zijn het er tussen de vijf en tien per jaar. Er zijn zelfs pabo’s waar geen enkel jeugdboek verplicht wordt gelezen. Dat betekent dat leerkrachten deze rijke teksten dus ook niet in de klas gebruiken, en dat ze niet in staat zullen zijn om passende boeken aan te bevelen aan hun leerlingen, omdat ze die niet gelezen hebben. Ruim 23 procent van de pabo-studenten leest de kinderboeken die verplicht zijn voor hun studie zelfs helemaal niet, blijkt uit een onderzoek van bibliotheekorganisatie Probiblio.
Domein jeugdliteratuur
Op de opleidingen voor leerkracht basisonderwijs wordt heel wisselend omgegaan met het domein jeugdliteratuur bij het vak Nederlands. Zo heb je pabo’s die leeslijsten voor hun studenten hanteren en pabo’s die geen verplichting op het lezen van jeugdboeken zetten. Ook zit er verschil in tussen het wel of helemaal geen gerichte opdrachten om lessen jeugdliteratuur te verzorgen op de stagescholen.
In het handboek jeugdliteratuur met titel Waarom zou je lezen?, van Petra Moolenaar en Tonny Meelis-Voorma, wordt een doorgaande lees- en leerlijn geïntroduceerd om zo lerarenopleiders, leerkrachten in het basisonderwijs en pabo-studenten handvatten te geven om met kinderen stappen te maken bij hun literaire en culturele ontwikkeling, en zo het leren lezen van jeugdboeken als een prettig leesproces te laten zien. Deze leeslijn wordt in het boek pas geïntroduceerd nadat uitbreid stil is gestaan bij het waarom van lezen, de term literaire competentie is geëxpliciteerd en de beginsituatie van lezers van literatuur op een basisschool in kaart is gebracht.


Maak je leerlingen duidelijk wat het lezen van boeken hen kan brengen
Liefde voor boeken bijbrengen
Binnen één generatie zijn kinderen op grote schaal gestopt met lezen, en ook met lezen leuk vinden. Het is de urgente taak van leerkrachten om kinderen op de basisschool weer aan te zetten tot lezen. Hiervoor moeten leerkrachten uitstralen dat ze het lezen van boeken belangrijk vinden. En hun leerlingen duidelijk maken wat het lezen van boeken hen kan brengen. Belangrijk is dat ze op de hoogte zijn van het actuele boekenaanbod en met kinderen in gesprek gaan over boeken. En bovenal zelf aan hun leerlingen laten zien dat ze zelf ook lezen. Als je als stagiair en later als leerkracht niet leest of niet meer leest, is het moeilijk om kinderen enthousiast te maken. Paul van Loon zegt het stelliger: ‘Alleen onderwijzers die zelf van lezen houden, kunnen kinderen liefde voor boeken bijbrengen.’
Hoewel bekend is dat slecht lezen leidt tot lagere prestaties in schoolvakken en dus minder kennis, wat weer leidt tot meer moeite met lezen, heeft lezen nog steeds niet bij iedere leerkracht prioriteit. Bovendien weten we inmiddels dat de negatieve gevolgen niet gelijk over de leerlingen zijn verdeeld. Het gebrek aan goed leesonderwijs vergroot ongelijkheid tussen leerlingen.
Teksten
Je zou verwachten dat de slechte Pisa-scores leiden tot meer teksten in de taalboeken en dus tot meer lezen in de klas. Het omgekeerde is echter het geval: om de leerling toch te laten lezen, staat er steeds minder tekst in schoolboeken. En de teksten zijn bovendien ‘verarmd’, stelt Stichting Leerplanontwikkeling in het onderzoek Leesvaardigheid onderbouw (2021) vast. Verarmde teksten hebben een negatief effect op het leesbegrip. Het belangrijkste gevolg is de neerwaartse spiraal: hoe minder je leerling leest, hoe minder hij of zij weet, hoe minder ze de teksten begrijpt en minder leesplezier. Laat staan dat je leerling nog thuis een boek voor het plezier leest.
Hierin zit ook een kans om het als leerkracht of stagiair anders te doen: maak het verschil door zelf rijke teksten te lezen en je enthousiasme hierover over te brengen op je leerlingen. Zien lezen doet lezen. Vraag je leescoördinator of leesconsulent om leuke boekentips. Lees een fragment voor van een actueel boek in je klas. En plan tijd in waarin er door je leerlingen gelezen wordt in de prachtige boeken die iedere maand verschijnen. Ga samen met je leerlingen in gesprek over de gelezen teksten, koppel ze aan de zaakvakken en je hebt een win-winsituatie. Niet voor niets wordt lezen het onzichtbare leren genoemd.
3 Leestips
Tjerk Noordraven, Monster Zoo 3 (Moon, 2021)
Jindra is in het geheim een monsterwaker. Hij heeft de taak van vader zijn overgenomen, die nadat hij een giftand in zijn arm kreeg verlamd in het ziekenhuis ligt. Leuk verhaal met veel fantasie voor liefhebbers van draken en monsters, beschreven met veel humor. Met een opmaat naar deel 4, waarin een tocht in de jungle gepland staat op jacht naar een stukje van de eenhoorn. Om de vader te genezen.
Pip Bird, De enorm eigenwijze eenhoorn (Veltman, 2019)
Mira mag eindelijk ook naar de eenhoornschool. Ze start in klas rood en doorloopt daarna alle kleuren van de regenboog. Ze kijkt enorm uit naar de eenhoorn die aan haar toegewezen wordt. Samen speurtochten maken, aan projecten werken. Maar Dirk, haar eenhoorn, heeft op het eerste oog weinig elegantie, glitters en manieren. Een grappig boek met vrolijke tekeningen voor lezers tussen de 7 en 9 jaar.
Emma Perry, Ik hou niet van boeken (De Vier Windstreken, 2019)
Mila houdt niet van boeken. En toch krijgt ze steeds nieuwe. Ze gebruikt de boeken liever als opstapje, als slee of om de deur te barricaderen. Maar dan komen de boeken in opstand. Ze besluiten Mila ‘s avonds mee te nemen in hun verhalen.