Profile

Dé basis voor het basisonderwijs

Taal
13/02/2023
Leestijd 3-4 minuten
Geschreven door Marieke Baselmans

Onderwijsraad

De Onderwijsraad heeft onlangs het advies 'Taal en rekenen in het vizier' gepubliceerd. Dit advies, inclusief vier aanbevelingen, zijn te vertalen naar diverse praktijkvoorbeelden.

Save the children

Vanwege het grote belang van taal en rekenen en de negatieve signalen over de beheersing hiervan bij leerlingen en studenten, heeft de Tweede Kamer de Onderwijsraad om advies gevraagd. In het advies doet de Onderwijsraad vier aanbevelingen:
• Leg landelijke einddoelen en niveaus vast met wat leerlingen moeten kennen en kunnen.
• Veranker taal en rekenen in andere vakken en leergebieden.
• Stel hoge eisen aan het uitstroomniveau van taal en rekenen aan de lerarenopleidingen.
• Zorg voor goed toegeruste leerkrachten die zich blijven professionaliseren en verbind wetenschap met de praktijk.

Vertaling naar de praktijk
Hoe kun je morgen in je klas met deze aanbevelingen aan de slag gaan op leesbevorderingsgebied?, vraag je je misschien af als leerkracht. Bij iedere aanbeveling geef ik tips en tops die toepasbaar zijn in de praktijk. Zodat je leerlingen hiervan direct profiteren.

1. Landelijke einddoelen en niveaus
De referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen schrijven voor wat leerlingen moeten kennen en kunnen. De referentieniveaus taal hebben vier domeinen, onder andere leesvaardigheid, waaronder literaire teksten lezen. Zo dienen je leerlingen in groep 8 kennis te hebben van de termen als thema en verhaallijn. Het boek Wie achter deze deur verdwaalt is hiervoor uiterst geschikt. De verhaallijn toont hoe verschillende personen dezelfde gebeurtenis beleven. Met als centraal thema de kracht van fantasie. Als twee kinderen bij de beroemde schrijfster Lavinia op bezoek zijn, stuiten ze op een dichte deur. In de gang wreef Lavinia over de groengeverfde deur alsof ze iemand over zijn rug streelde. ‘Achter deze deur is het Koninkrijk der Kosmopolieten’, zei ze. ‘Alleen met een speciaal paspoort kun je daar naar binnen.’

Het ontwikkelen van goed leesbegrip is misschien wel de belangrijkste taak van het onderwijs

Vervolgens reist de groep kinderen via de verhalen, die meester Tom ze voorleest en die ze zelf lezen, door andere werelden én zien ze zichzelf uiteindelijk in de spiegel. Want iedereen die graag toegang wil tot andere landen en nieuwe avonturen, hoeft eigenlijk niet echt op reis, is de eindconclusie van het boek. Want een boek kan je in je fantasie naar ieder land waar je maar heen wilt, brengen. En door verhalen en avonturen groei je. Of je ze nu zelf beleeft of door middel van lezen. Dit laat de spiegel symbolisch zien aan het einde van het verhaal. Een prachtige vertelling bedacht door meesterverteller Tonke Dragt en opgetekend door Rindert Kromhout, uitgegeven in 2022 door Leopold.

2. Veranker taal en rekenen in andere vakken en leergebieden
Roel van Steensel, hoogleraar Leesgedrag op de Vrije Universiteit, ziet het ontwikkelen van een goed leesbegrip als de belangrijkste opdracht van het onderwijs. Je leest nooit zonder doel. Binnen het onderwijs is dat doel vaak kennisontwikkeling. Daarom moet je het leesonderwijs niet los zien van andere onderdelen van het onderwijs, maar koppelen aan een kennisdoel. En thematisch werken leent zich daar bij uitstek voor, volgens hem. In Oorlog in inkt, geschreven door Annemarie van den Brink, staan op echte dagboeken gebaseerde verhalen over kinderen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ieder dagboekfragment wordt ingeleid en afgesloten met informatie over de stad of het dorp in de periode 1940-1945. Zoals in de nacht van 9 op 10 mei 1940 toen Duitse vliegtuigen over Den Haag parachutisten dropten. Met als plan de Nederlandse verdediging te verzwakken en om regeringsstad Den Haag in te kunnen nemen. Uit het dagboek van Yvonne (11 jaar): ‘Kom, we vertrekken zo’, zegt vader. Zijn stem zit vol ongeduld. Judith klapt haar boek dicht. ‘Waar gaan we heen?’ ‘Naar het huis van baron Ruzette in de ambassadewijk. Voorlopig.’ In de hal staat mama te wachten met wat koffers. Daar zit vast alleen kleding in. Yvonne denkt aan de poppen op de plank bij haar bed, het sprookjesboek op haar nachtkastje. Spullen waar niemand aan mag komen. Zeker geen Duitsers.

3. Uitstroomniveau
Onderzoek van McKool en Gesspess (2009) laat zien dat leerkrachten die veel lezen ook meer leesbevorderende activiteiten inzetten in hun klas. Met andere woorden: de lezende leerkracht is een actieve leesbevorderaar. Het leesgedrag van leerkrachten werkt door in hun lessen. Zo vind ik het boek De reis van Syntax Bosselman een aanrader voor je lessen over slavernij. Arend van Dam beschrijft het lot van Syntax Bosselman, die de slavernij zelf ondervond op een Surinaamse plantage en in 1883 met 27 landgenoten naar Amsterdam werd gehaald om tentoongesteld te worden aan het Nederlandse publiek tijdens de Wereldtentoonstelling.

4. Professionaliseren en verbind wetenschap met de praktijk
Op de website van Stichting Lezen (www.lezen.nl) kom je alles te weten over leesbevordering en leeseducatie. Je leest over onderzoeken naar leesmotivatie, leesgedrag en leesbevordering en je vindt op deze website verschillende publicaties over het belang van goed leesonderwijs. Lezen.nl biedt een schat aan goede informatie om het leesplezier te vergroten.

2 Leestips

Merel van Vroonhoven, Voor de klas (Ambo Anthos uitgevers, 2022)
In het boek van zij-instromer Merel van Vroonhoven staat een mooie tekst over taal/leesonderwijs: ‘Naar de positieve effecten van voorlezen is veel onderzoek gedaan. Jonge kinderen die worden voorgelezen, presteren later beter in taal en rekenen. Daarnaast hebben ze een voorsprong in hun sociaal-emotionele, lichamelijke en creatieve ontwikkeling. Goed om vroeg te beginnen dus, én om ermee door te gaan. Ook als kinderen ouder worden. Voorlezen brengt leerlingen in contact met teksten die ze zelf nog niet goed kunnen lezen. De leerkracht is hierbij een belangrijk rolmodel. Zien lezen doet lezen.’

Yra van Dijk et al., Omdat lezen loont (Pica, 2022)
In dit handboek analyseren leerlingen, studenten, leraren, schoolbestuurders, lerarenopleiders, bibliotheekmedewerkers, onderwijsinspecteurs, schrijvers, columnisten, wetenschappers en beleidsmakers de oorzaken van de Nederlandse leescrisis. Ook presenteren zij oplossingen. Samen laten ze zien hoe effectief leesonderwijs ertoe leidt dat jonge burgers willen en kunnen lezen.