Verhalende boeken
Kinderjuryboeken en Griffeljuryboeken geven de drie functies van lezen weer. Deze zijn afgeleid van de behoefte van de lezer. Functies die ook op andere kunstuitingen van toepassing zijn, zoals: schilderijen, theater-, muziek- en dansvoorstellingen.


Bij verhalende boeken is er sprake van de recreatieve lezer, de Kinderjurylezer en de Griffeljurylezer. Bij non-fictie gaat het om de doeboeken, de informatie in woord en beeld en de verhalende non-fictie. Iedere dimensie is een treetje hoger in de leesontwikkeling en vraagt dus meer van de lezer.
Serieboeken
De leesontwikkeling start met het lezen van serieboeken. Je leerling leest in deze boeken op een passieve manier. Het boek vermaakt, geeft je leerling een plezierig moment. Deze recreatieve boeken laten weinig aan de verbeelding van de lezer over. Alles wordt uitgelegd en er doen zich geen onverwachte gebeurtenissen voor. Het boek staat dan ook in dienst van de lezer. Kenmerkend voor deze boeken is dat het een avonturenverhaal is rondom dezelfde personages. Er vindt geen karakterontwikkeling plaats bij de personages. De naam van de serie is meestal bekender dan die van de auteur. Het taalgebruik is eenvoudig doordat er geen onbekende woorden in voorkomen. De zinnen zijn soms wat aan de lange kant en de verhaalopbouw is chronologisch. In het verhaal wordt je leerling niet geconfronteerd met schokkende gebeurtenissen of maatschappelijke problemen.


Bij verhalende boeken is iedere dimensie een treetje hoger in de leesontwikkeling dan bij serieboeken en deze titels vragen dus meer van de lezer
Kinderjuryboeken
Door Kinderjuryboeken te lezen, wordt je leerling uitgedaagd om zijn belevingswereld uit te breiden. Door zich te identificeren met de hoofdpersoon, exploreert hij of zij situaties uit het verhaal. Deze realistische verhalen worden soms verbreed door een fantasie-element: een pratend dier of een toverstok. Omdat de boeken favoriet zijn bij kinderen, wordt deze categorie aangeduid met de naam ‘Kinderjuryboeken’. Zoals het boek Mus en kapitein Kwaadbaard, geschreven door Kevin Hassing. Het gaat over weesmeisje Mus en haar vrienden, waaronder kapitein Kwaadbaard. De lezer wordt uitgenodigd om de wereld van het boek binnen te treden en krijgt ruimte om zelf situaties in te vullen en te interpreteren. Waar recreatieve boeken leerlingen vooral tevreden stellen met een aantrekkelijk avontuur, doen Kinderjuryboeken een actief beroep op de lezer. Wat zou jij doen in zo’n spannende situatie? Zoals Mus voor de uitdaging staat om te jagen op het gigantische zeemonster: Kraken. Dit zorgt ervoor dat de zee rondom Zeeburgerdam doordrenkt is met gif van Kraken. Dit vreet aan alles wat het tegenkomt, zeker een houten romp van een schip. Hierdoor kan er geen vis worden gevangen en dreigt er een hongersnood uit te breken in Zeeburgerdam. Ieder Kinderjuryboek gaat over sociaal-emotionele thema’s: hoe gaan mensen met elkaar om en welke gevoelens roept bepaald gedrag op? Als Ed, de vader van Boutje in het verhaal Boutje van de rommelberg, onterecht de gevangenis in moet, doet hij er alles aan om te bewijzen dat hij het gouden beeldje niet heeft gestolen. En als ze elkaar weer zien, zie je hoeveel ze van elkaar houden: ‘Ed!!!’, schreeuwde Boutje. ‘Ed!! Ed!!’ Ed drukte hem tegen zich aan, zo stevig dat Boutje bijna geen lucht meer kreeg. Zo bleven ze staan, net zo lang als Ed was weggeweest, dus dat was behoorlijk lang. Pas toen liet Ed hem los, een beetje. Het taalgebruik in deze boeken is eigentijds en beschrijvingen worden regelmatig afgewisseld met dialogen. De verhaalopbouw is meestal chronologisch, daarbij zijn meerdere vertelperspectieven mogelijk.
Griffeljuryboeken
Deze categorie boeken confronteert je leerlingen met andere manieren van vertellen. De vorm van het verhaal speelt een overheersende rol. Je leerling moet moeite doen om greep op het verhaal te krijgen. Omdat de boeken duidelijk literaire kenmerken hebben, worden ze ‘Griffeljuryboeken’ genoemd, naar de jury van volwassenen die jeugdliteraire boeken bekroont. De verhalen gaan vaak over een bijzonder personage (vaak een zonderling) of om uitzonderlijke situaties. Ook de klassiekers uit de jeugdliteratuur worden bij deze categorie ingedeeld, vooral vanwege de moeite die de lezer voor deze boeken moet doen. Griffeljuryboeken bieden optimale ruimte voor de eigen verbeelding, maar vragen ook om doorzettingsvermogen. De lezer staat in functie van het boek.
3 Leestips
Zindzi Zevenbergen, Brian Elstak en Hedy Tjin, Lennox en de gouden sikkel (De Harmonie, 2021)
Dit boek is met een Zilveren Griffel en Zilveren Penseel bekroond. Het verhaal gaat over een jongen die moedig wil worden en een vergeten ketting die al generaties voor kracht zorgt. Evenals een zieke vader en een hulpvaardige vreemdeling. Ingrediënten voor een spannend en hartverwarmend avontuur, dat de elfjarige Lennox met zijn vriendinnetje beleefd.
Anna Woltz, De tunnel (Querido, 2021)
Deze uitgave is eveneens bekroond met een Zilveren Griffel. Anna Woltz beschrijft de ondergrondse tunnel van Londen in 1940, waar vier jongeren nachtenlang verblijven om te schuilen voor bommen. De personages worden vrienden. Terwijl ze, tijdens de verschrikkingen van de oorlog, proberen om te gaan met hun persoonlijke moeilijkheden.
Linda Dielemans, Schaduw van de leeuw (Leopold, 2018)
Deze publicatie is de winnaar van de Senaatsprijs van de Nederlandse Kinderjury in 2019. Hoewel het verhaal zich afspeelt tijdens de laatste ijstijd, 28.000 jaar geleden, wordt de hoofdpersoon Joeni beschreven als een stoer meisje dat in deze moderne tijd zou kunnen leven. Met dezelfde emoties, wensen en dromen. Verstoten door haar stam gaat ze op zoek naar de betekenis van haar voorspellende dromen. Ook een prachtig boek om voor te lezen aan je leerlingen. Een levendig geschiedenisverhaal!