Profile

Dé basis voor het basisonderwijs

Professionalisering
18/02/2019
Leestijd 5-7 minuten

Feedback in lerende teams

Wat is goede feedback en hoe kun je schoolbreed een innovatieslag slaan als het gaat om het geven van goede feedback aan leerlingen? Werk binnen je eigen school gezamenlijk en onderzoekend aan de kwaliteit van feedback.

Feedback aan leerlingen is een krachtig middel waarmee leren en leerprestaties beïnvloedt kunnen worden (Hattie & Timperley, 2007). Het geven van feedback aan leerlingen helpt hen om zich meer eigenaar te voelen over hun eigen leerproces. Bovendien leidt feedback tot een hoge mate van leerlingbetrokkenheid en meer zelfregulering bij leerlingen (Grosman, 2015). Toch heeft niet elke vorm van feedback dezelfde impact op het leren van leerlingen (Mertens, 2013). Het geven van goede feedback aan leerlingen is van belang voor de ontwikkeling van de intrinsieke motivatie en de zelfregulering van leerlingen. Een activerende leerkracht is dan ook niet voortdurend zelf aan het woord, maar betrekt leerlingen bij het leerproces door het stellen van duidelijke doelen en het geven van feedback. Om welke feedback gaat het dan precies? En hoe breng je goede feedback in de praktijk? En hebben alle leerkrachten van het team dezelfde ideeën over het geven van goede feedback?

Feedbackvaardigheden

Onder de leerkrachten van basisschool Op de Groene Alm in Utrecht leefde de wens om gezamenlijk aan de kwaliteit van de eigen feedbackvaardigheden te werken. Zo gaven zij aan meer en gevarieerde feedback aan hun leerlingen te willen geven. In de zoektocht naar het verbeteren van de eigen feedbackvaardigheden zijn twee leerkrachten en de schoolleider met onderzoekers en studenten van de Marnix Academie een Research & Design-groep (R&D-groep) gestart om na te gaan hoe de kwaliteit van feedback verhoogd kan worden.
Met de opgedane ervaringen is een stappenplan opgesteld dat kan worden doorlopen bij het realiseren van de schoolbrede ambitie om een kwaliteitsslag te maken op het gebied van feedback aan leerlingen. Het geven van feedback door leerkrachten op elkaars feedback aan leerlingen speelt hierin een cruciale rol. Feedback op feedback dus.

1. Back, up en forward!
Een eerste stap in het samen met collega’s werken aan verbetering van feedbackvaardigheden is het spreken van een gemeenschappelijke taal ten aanzien van feedback. Het eigen maken van een vast begrippenkader ten aanzien van feedback is ondersteunend in het voeren van gesprekken met collega’s over dit onderwerp. Bovendien helpt zo’n begrippenkader om zicht te krijgen op de verschillende manieren waarop feedback zich kan voordoen en op hoe goede feedback zich kenmerkt. In de literatuur worden verschillende niveaus en vormen feedback onderscheiden.
Een bekende indeling naar niveaus van feedback is die van Hattie en Timperley (2007): feedback op taakniveau, op procesniveau, op het niveau van zelfregulatie en op persoonlijk niveau. Het eerste niveau richt zich op de mate waarin een taak gedaan is of een resultaat bereikt is. Het tweede niveau van feedback richt zich op het leerproces, de aanpak van de leerling. Op het derde niveau is de feedback gericht op de zelfwerkzaamheid. Deze vorm van feedback is erop gericht leerlingen vertrouwen te laten krijgen in zichzelf en controle uit te oefenen op hun eigen leerproces. De vierde vorm van feedback, feedback op het persoonlijk niveau, is gericht op de persoon (zoals ‘Wat ben je toch knap!) en daarmee niet gerelateerd aan de taak. Van deze vorm van feedback wordt vaak beweerd dat deze het minst effect is als het gaat om het leerrendement (Hattie & Timperley, 2007; Mertens, 2013).
Naast deze vierdeling in niveaus van feedback wordt in de literatuur een driedeling in vormen feedback onderscheiden, namelijk feedback, feedup en feedforward. Bij effectieve feedback wordt volgens Hattie en Timperley (2007) altijd antwoord gegeven op de volgende drie vragen:

  1. Feedup: waar ga ik naartoe?
  2. Feedback: hoe heb ik het gedaan?
  3. Feedforward: wat is de volgende stap?


2. Wat willen leerkrachten?

Een tweede stap in het verbeteren van feedbackvaardigheden is het in kaart brengen welke ondersteuningsbehoeften onder collega’s leven op het gebied van feedback. Niet alleen ontstaat zo goed zicht op waar nu precies behoefte aan is ten aanzien van het verbeteren van feedbackvaardigheden, maar ook het gevoel van eigenaarschap bij dit onderwerp wordt binnen het team vergroot.
Een inventarisatie van ondersteuningsbehoeften vindt plaats aan de hand van twee opdrachten waar leerkrachten in groepjes aan werken:

  1. Hoe kunnen leerkrachtvaardigheden op het gebied van het geven van feedback verbeterd worden en wat heb je hiervoor nodig? Leerkrachten noteren hun ideeën op grote vellen papier (zie figuur 1).
  2. Welke niveaus en vormen van feedback behoeven meer prioriteit (of aandacht)?
    Dit kan aan de hand van het prioriteitenspel (idee ontleend aan Van Zanten, 2016). Zie www.jsw.nl/artikelen voor meer informatie over het prioriteitenspel).

Hoe kunnen leerkrachtvaardigheden op het gebied van het geven van feedback verbeterd worden en wat heb je hiervoor nodig?

  • Inzet, inzicht krijgen in eigen handelen en doen, zelfvertrouwen, gedragsverandering, een kind verder helpen (door eigen gedachtegang te sturen), leerkracht krijgt meer inzicht in het leerproces van een kind, bevestiging, motiveren om verder te gaan met de taak.
  • Door zelf te laten verwoorden wat ze hebben gedaan, strategieën zelf te laten verwoorden, bevestiging geven, ze helpen laten nadenken in stappen (zodat ze verder kunnen), benoemen dat het niet altijd/nooit om het eindresultaat gaat.

Figuur 1 – Voorbeeldantwoorden voor leraren

Figuur 2 - Spiekbriefje

Nadat de leerkrachten van Op de Groene Alm deze opdrachten hadden uitgevoerd, werden de resultaten geïnterpreteerd door de leden van de R&D-groep. Uit deze interpretatie werd duidelijk dat er onder de leerkrachten een drietal behoeften zijn, namelijk dat zij:

  1. op zoek zijn naar handvatten voor het geven van hun feedback en zelf feedback willen ontvangen op hun feedbackvaardigheden;
  2. de behoefte hebben om meer bij elkaar in de klas te kijken en uit te wisselen over hun feedbackvaardigheden;
  3. de indeling naar vormen en niveaus van feedback verhelderend vinden en deze meer eigen willen maken.

3. Lerende teams
Stap drie is het uitzetten van een innovatietraject aansluitend bij de vastgestelde ondersteuningsbehoeften. Een krachtige aanpak hierbij is het werken in zogeheten lerende teams. Een lerend team bestaat uit een groep van twee of drie leerkrachten. Om een impuls te geven aan de kwaliteit van de eigen feedbackvaardigheden (behoefte 1) werd op Op de Groene Alm afgesproken dat elk van de leden van een lerend team een of meer van de eigen lessen filmt en dat op basis van een observatieformulier de leden van een lerend team elkaars lessen bekijken (behoefte 2).

4. Uitwisseling en reflectie
Bij de vierde stap wisselen de leden binnen elk lerend team uit over het geobserveerde en gebruiken daarvoor een document met reflectievragen. Als geheugensteun bij de vormen en niveaus van feedback (behoefte 3) kan een ‘spiekbriefje’ worden gebruikt waarop op overzichtelijke, compacte wijze de niveaus en vormen van feedback zijn weergegeven (zie figuur 2). Dit spiekbriefje kan worden geprint en opgehangen in het klaslokaal.
De leerkrachten van Op de Groene Alm bleken zeer te spreken over deze onderlinge uitwisseling en reflectie. Zo zei een leerkracht: ‘De uitwisseling heeft ervoor gezorgd dat ik meer tot in detail naar mijn eigen leerkrachtgedrag kijk als het gaat om het geven van feedback.’ Ook constateerden de leerkrachten op basis van de videobeelden dat de door hen gegeven feedback en feedup nog veel op het zelf- en taakniveau plaatsvindt en dat feedforward meer aandacht behoeft.

5. Experimenteren
De vijfde stap is om op basis van nieuwe inzichten gericht te gaan experimenteren met het verbeteren van de eigen feedbackvaardigheden. Ook hier kan het spiekbriefje soelaas bieden. De leerkrachten van Op de Groene Alm gaven terug dat het spiekbriefje ertoe heeft bijgedragen dat de zij zichzelf en elkaar meer vragen gingen stellen, zoals: ‘Is dit nu feedback op taakniveau, procesniveau of zelfregulatieniveau?’ Ook is het hun intentie om via experimenteren en collegiale consultatie te blijven vasthouden aan het innovatietraject dat ze met elkaar in gang hebben gezet.


Samen onderzoekend innoveren

Leerkrachten van Op de Groene Alm hebben op een onderzoekende manier gewerkt aan de verbetering van hun feedbackvaardigheden. De leerkrachten hebben zich theoretisch verdiept in feedback, elkaar bevraagd op wat prioriteit heeft in het verbeteren van feedback, bij elkaar geobserveerd en op hun bevindingen gereflecteerd. Zo ontstaat een onderzoekende cultuur die bijdraagt aan een stevige inbedding voor onderwijsvernieuwing.

Op een rij: 5 Stappen voor lerende teams

  1. Bestudeer literatuur over vormen en niveaus van feedback.
  2. Breng in kaart welke behoeften er zijn. Gebruik daarbij het prioriteitenspel.
  3. Stel lerende teams samen van drie à vier leerkrachten die video-opnames maken van hun eigen klassenpraktijk.
  4. Laat de lerende teams op gezette tijden elkaars lessen op video observeren (met het spiekbriefje) en uitwisselen met de reflectievragen.
  5. Op basis van de bevindingen experimenteren leerkrachten met het verbeteren van hun feedbackvaardigheden en maken al naar gelang gebruik van het spiekbriefje;
Book iconLiteratuurlijst

• Grosman, G. (2016). Zo zorg je dat feedback werkt. JSW, 100 (7), 32-35.
• Hattie, J., & Timperley, H. (2007). The power of feedback. Review of Educational Research, 77 (1), 81-112.
• Mertens, D. (2013). Kwalitatief goede feedback voor leerlingen. ‘Heel erg goed is niet goed genoeg!’ JSW, 97 (6), 20-22.
• Zanten, M. van (2016). Het prioriteitenspel. Rekenbeleid: werken aan draagvlak en betrokkenheid. Volgens Bartjens, 35 (3), 8-11.

Marjolijn Peltenburg

Suzanne Flipse

Femke Den Besten