Profile

Dé basis voor het basisonderwijs

Professionalisering
19/11/2024
Leestijd 4-5 minuten
Geschreven door Anne de Bruijn

Praktijk: Beweegspel ontwerpen

Bewegen is goed voor kinderen. Vooral beweegactiviteiten die kinderen als leuk ervaren, blijken effectief. Hoe zorg je voor dat beweegplezier? Laat kinderen zelf een beweegspel bedenken voor op het schoolplein of tijdens de gymles!  

Save the children

Dat bewegen belangrijk is voor kinderen, is inmiddels bekend. Niet alleen is voldoende beweging essentieel voor de fysieke gezondheid, onder andere motorische vaardigheden en fitheid, maar ook voor het verkleinen van de kans op gezondheidsproblemen (Chaput et al., 2020). Uit steeds meer onderzoek blijkt dat kinderen die meer bewegen, het over het algemeen ook beter doen op school (Barbarosa et al., 2020). Bovendien draagt beweging bij aan de sociaal-emotionele ontwikkeling: kinderen die voldoende bewegen, zitten lekkerder in hun vel, gaan met meer plezier naar school en maken gemakkelijker vrienden (Opstoel et al., 2020).

Richtlijnen

Het is daarom zorgwekkend dat steeds minder kinderen voldoende bewegen. In 2023 voldeed bijna 40 procent van de Nederlandse kinderen tussen vier en elf jaar niet aan de richtlijnen voor gezond bewegen (minimaal zestig minuten per dag matig tot intensief bewegen, minstens drie keer per week spier- en botversterkende activiteiten, niet teveel zitten; WHO, 2020; CBS, 2023).  Aangezien kinderen een groot deel van de doordeweekse dag op school doorbrengen, is het stimuleren van beweging op school van groot belang. Dat draagt niet alleen bij aan de fysieke, sociaal-emotionele en cognitieve ontwikkeling van kinderen. Positieve ervaringen met bewegen op school zorgen er ook voor dat kinderen enthousiast worden om buiten school meer te bewegen. Op die manier werken ze aan het opbouwen van een levenslang fysiek actieve levensstijl (Janz et al., 2000).

Plezier aanwakkeren

Helaas blijkt steeds vaker dat niet alle kinderen bewegen als leuk ervaren (Chanal et al., 2019). De motivatie voor bewegen en sport neemt bovendien sterk af naarmate kinderen ouder worden (Ntoumanis & Standage, 2009). Gezien het belang van beweegplezier voor een levenslang actieve levensstijl, is het essentieel om ervoor te zorgen dat kinderen vanaf jonge leeftijd met veel plezier bewegen. Een goede manier om het beweegplezier aan te wakkeren, is door kinderen zelf activiteiten voor op het schoolplein of in de gymles te laten ontwerpen. Op deze manier wordt voldaan aan de behoefte tot autonomie, volgens de Zelfdeterminatietheorie één van de belangrijkste pijlers voor intrinsieke motivatie (Ryan & Deci, 2000). Door zelf activiteiten te ontwerpen, ervaren kinderen eigenaarschap. Ook kunnen ze activiteiten kiezen die aansluiten bij hun belevingswereld. Kinderen halen hierdoor meer plezier uit de activiteiten.

Benieuwd hoe je dit aan kunt pakken? De kopieerbladen kun je gebruiken om kinderen zelf een beweegspel voor op het schoolplein of in de gymles te laten ontwerpen. Op deze pagina vind je bovendien praktische tips bij het inzetten van de kopieerbladen. Veel (beweeg)plezier!

Het zelf bedenken van een beweegactiviteit vraagt veel van de zelfregulatie van kinderen: de vaardigheden voor het organiseren, initiëren, volhouden en evalueren van doelgericht gedrag (Zimmerman, 1995). Door kinderen zelf een beweegactiviteit te laten ontwerpen, werk je dus niet alleen aan beweegplezier, maar stimuleer je ook de cognitieve ontwikkeling. Ben je er wel van bewust dat de zelfregulatieve vaardigheden van kinderen nog niet volledig ontwikkeld zijn. Ze zullen dus hulp nodig hebben bij het ontwerpen van de beweegactiviteit. Afhankelijk van de leeftijd van je leerlingen kun je ze meer of minder zelfstandigheid geven in het ontwerpen en uitvoeren van de activiteit. Daarbij speelt uiteraard ook mee hoeveel ervaring leerlingen hebben met zelfgestuurd werken.

In stappen

De kopieerbladen geven kinderen structuur bij het ontwerpen van een beweegspel. Om jongere kinderen op weg te helpen, kun je ze de vragen in stappen laten beantwoorden, waarbij je steeds kort uitleg geeft over wat met een vraag bedoeld wordt. Als kinderen nog niet goed kunnen schrijven, kun je ze de vragen over het ontwerpen van de activiteit laten beantwoorden door te tekenen.

De reflectievragen die kinderen na afloop van de beweegactiviteit beantwoorden, zijn waarschijnlijk het meest ingewikkeld. Reflecteren op het eigen handelen is voor kinderen namelijk nog erg lastig, zeker als ze dat niet gewend zijn (Zimmerman, 1995). Om ze te helpen bij het ontwikkelen van deze reflectievaardigheden, kun je de vragen samen bespreken. Na afloop van dit gesprek kunnen ze zelf een kort verslagje maken waarin ze hun ervaringen beschrijven. Op die manier werk je tegelijkertijd aan de schrijfvaardigheid van kinderen.

Op weg helpen

Natuurlijk hoeft het niet bij het ontwerpen van een activiteit te blijven. Geef je leerlingen ook de kans om hun beweegspel daadwerkelijk te spelen! Voor jongere kinderen kan dit lastig zijn. Je kunt ze op het schoolplein op weg helpen tijdens het opzetten, uitleggen en spelen van het spel. Als het een activiteit in de gymles betreft, kun je ervoor kiezen deze zelf op te zetten en uit te leggen – vanzelfsprekend met hulp van de leerlingen. Oudere kinderen kun je het spel zelf laten spelen, waarbij je ze van tevoren na laat denken over waar jij als leerkracht bij kunt helpen. Zeker op het schoolplein moeten ze dat kunnen, ze bedenken immers vaker zelf spellen. Tijdens de gymles kun je ze nog wat hulp bieden. Een beweegles geven doen je leerlingen natuurlijk niet elke dag!

Meer speel- en beweegtips

  • Laat kinderen uit verschillende groepen samen een beweegactiviteit bedenken. Kinderen uit hogere groepen kunnen jongere kinderen goed op weg helpen. Op deze manier wordt nóg meer van hun cognitieve vaardigheden gevraagd. Niet alleen moeten ze nadenken over de beweegactiviteit, maar ze moeten ook hun jongere medeleerlingen hierbij betrekken en helpen.
  • Laat je leerlingen eens een activiteit in een thema bedenken, bijvoorbeeld rondom Halloween of het EK voetbal.
  • Maak er een wedstrijd van! Laat kinderen in groepjes een beweegspel ontwerpen voor tijdens de gymles of op het schoolplein. Ieder groepje presenteert hun spel vervolgens voor de hele klas en de andere kinderen mogen stemmen. Het spel met de meeste stemmen speel je daadwerkelijk tijdens de gymles of de pauze. Maak van tevoren duidelijk dat het spel uitvoerbaar moet zijn, zodat kinderen geen activiteiten bedenken die onmogelijk, gevaarlijk, of veel te duur zijn, zoals bungeejumpen of raften.
  • De uitwerking van de leukste spellen kun je lamineren en in een map of bak bewaren. Zo heb je zelf altijd een verzameling aan spellen op voorraad!

Anne de Bruijn (a.g.m.de.bruijn@vu.nl) is universitair docent bij VU Amsterdam en redactielid van JSW.

Book iconMediatips
  • Wat zijn de effecten van bewegen op het schoolplein, en hoe kan je bewegen tijdens de pauze stimuleren? Daarover verscheen eerder een artikel in JSW. Brocken, A., & de Bruijn, A.G.M. (2023). Bewegen op het schoolplein. JSW, 8, 34-37.
  • Meer inspiratie nodig voor hoe je beweging kunt integreren in de schooldag? Zie: De Bruijn, AGM (2022). Bewegend de schooldag door! JSW, 6, 25-28.
Book iconLiteratuurlijst
  • Barbosa, A., Whiting, S., Simmonds, P., Scotini Moreno, R., Mendes, R., & Breda, J. (2020). Physical activity and academic achievement: an umbrella review. International Journal of Environmental Research and Public Health, 17(16), 5972. https://doi.org/10.3390/ijerph17165972
  • Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS; 2023). Beweeggedrag jeugd. CBS.
  • Chanal, J., Cheval, B., Courvoisier, D. S., & Paumier, D. (2019). Developmental relations between motivation types and physical activity in elementary school children. Psychology of Sport and Exercise, 43, 233-242. https://doi.org/10.1016/j.psychsport.2019.03.006
  • Chaput, J. P., Willumsen, J., Bull, F., Chou, R., Ekelund, U., Firth, J., … & Katzmarzyk, P. T. (2020). 2020 WHO guidelines on physical activity and sedentary behaviour for children and adolescents aged 5–17 years: summary of the evidence. International Journal of Behavioral Nutrition and Physical Activity, 17, 1-9. https://doi.org/10.1186/s12966-020-01037-z
  • Janz, K. F., Dawson, J. D., & Mahoney, L. T. (2000). Tracking physical fitness and physical
  • activity from childhood to adolescence: the Muscatine study. Medicine & Science in Sports & Exercise, 32(7), 1250-1257.
  • Ntoumanis, N., & Standage, M. (2009). Motivation in physical education classes: A self-determination theory perspective. Theory and Research in Education, 7(2), 194–202. https://doi.org/10.1177/1477878509104324
  • Opstoel, K., Chapelle, L., Prins, F. J., De Meester, A., Haerens, L., Van Tartwijk, J., & De Martelaer, K. (2020). Personal and social development in physical education and sports: A review study. European Physical Education Review, 26(4), 797-813. https://doi.org/10.1177/1356336X19882054
  • Ryan, R. M., & Deci, E. L. (2000). Intrinsic and extrinsic motivations: Classic definitions and new directions. Contemporary Educational Psychology, 25(1), 54-67. https://doi.org/10.1006/ceps.1999.1020
  • World Health Organization. (2020). WHO guidelines on physical activity and sedentary behaviour. World Health Organization.
  • Xiang, P., McBride, R., & Guan, J. (2004). Children’s Motivation in Elementary Physical Education: A Longitudinal Study. Research Quarterly for Exercise and Sport, 75(1): 71–80. https://doi.org/10.1080/02701367.2004.10609135.
  • Zimmerman, B. J. (1995). Self-regulation involves more than metacognition: A social cognitive perspective. Educational Psychologist, 30(4), 217-221. https://doi.org/10.1207/s15326985ep3004_8