Profile

Dé basis voor het basisonderwijs

Oriëntatie op mens en wereld
19/11/2024
Leestijd 7-10 minuten
Geschreven door Marion Siemonsma

FiloSprook: filosoferen met sprookjesfiguren

Kan een Boze Wolf het ook goed bedoelen? En is boos zijn altijd slecht? Door te oefenen met filosoferen, ontwikkelen kinderen de tools om over gevoelige thema’s na te denken. Ze leren nuanceren en hun eigen gedachten te vormen en verwoorden. FiloSprook helpt hen daarbij.

Save the children

Alleen door het te doen, leer je filosoferen. De negen sprookjesfiguren in het spel FiloSprook helpen de kinderen daarmee. Iedere figuur staat voor een specifieke denkvaardigheid. Door het sprookjesachtige karakter is FiloSprook een veilige omgeving om samen te oefenen met denken en anders denken.

Het spelbord, de karakters en de spelonderdelen prikkelen de nieuwsgierigheid van kinderen.

Zwerven langs thema’s  

Het basisspel van FiloSprook bestaat uit een spelbord met in het midden een toren. Deze toren is het PiekerPaleis. Daar woont woont Prunella de PiekerPrinses. Ze vindt het leuk om na te denken, maar verzandt regelmatig in piekeren. Kinderen kunnen zich wellicht herkennen in het diepe nadenken van Prunella. Door al dat piekeren hangen er veel donkere gedachten in en om het paleis. In FiloSprook gaan de kinderen samen iets tegen die donkere gedachten doen. Doel van het spel is om gezamenlijk zes lantaarnfiches te verzamelen die de gedachten van Prunella en het PiekerPaleis te verlichten. De lantaarnfiches liggen verspreid over het spelbord, het WemelWoud. Om de beurt rollen kinderen de dobbelsteen en lopen met een pion door het WemelWoud, op weg naar de lantaarnfiches. Tijdens hun tocht komen kinderen verschillende vragen en opdrachten tegen rond tien thema’s: gedachten, gevoelens, liefde, vriendschap, troost, opvoeding, diversiteit, veerkracht, identiteit en thuis.

WemelWoud-bewoners helpen  

De vragen over grote thema’s hoeven kinderen niet alleen te beantwoorden. Ze krijgen hulp van de bewoners van het WemelWoud. Dit zijn goedgemutste karakters met sprookjesachtige namen die helpen bij het filosoferen. Neem van tevoren de tijd om samen met de kinderen de sprookjesfiguren te leren kennen. Laat de kaarten met de figuren zien en leg uit hoe ze denken. Zo leert Titus de TwijfelTovenaar kinderen filosofische vragen te stellen. Van Djamal de DenkfoutDwerg leren ze nuanceren en relativeren. Gerda de Goede GedachtenGeest laat hen nadenken over goed en kwaad.  Willy de WonderWolf leert kinderen zich inleven in anderen. Flora de FantasieFeeks kijkt met hen in de toekomst. En dan zijn er nog Mo het MeningenMonster en Esmeralda de ExperimenteerElf, die namen spreken wat meer voor zich.

Spelenderwijs nadenken over existentiële thema’s

Filosofische gesprekken  

Staat een speler met zijn pion op een vakje met een symbool? Dan mag diegene een opdracht doen of een kaart pakken, bijvoorbeeld uit de paarse buidel van Titus de TwijfelTovenaar. Aan de ene kant staat een sprookjesachtige tekening, aan de andere kant staan zes vragen of stellingen. Welke kant het wordt, is afhankelijk van de spinner die je moet draaien. Komt de spinner uit op Titus de TwijfelTovenaar? Dan neem je de kant met de tekening. Alle spelers bekijken de tekening goed en bedenken er hun eigen leukste, gekste of origineelste filosofische vraag bij. Titus helpt hen daarbij met tips over hoe je goede filosofische vragen stelt, bijvoorbeeld met de 5W en H-vragen. Daarna lezen de spelers hun vraag om beurten voor. De groep beslist welke vraag het beste is.

Draait de spinner naar één van de andere figuren? Dan voeren de kinderen een gesprek over een vraag of stelling op de andere kant van het kaartje. Er staan zes vragen op, voor ieder karakter één. De speler die aan de beurt is, voert een gesprek met één of meerdere kinderen. Samen bedenken ze bijvoorbeeld of een Boze Wolf het ook goed kan bedoelen. Het gaat daarbij niet om het goede antwoord vinden, maar om samen nadenken.

Startzinnen

De sprookjesfiguren helpen de kinderen het gesprek te voeren. Het spel bevat voor elk karakter hulpkaartjes met voorbeeldvragen en startzinnen waaruit je kunt putten. Djamal de DenkfoutDwerg begint zijn zinnen bijvoorbeeld met ‘Voor mij betekent…’ of ‘Ik zie een overeenkomst met…’. Djamal geeft een definitie of somt kenmerken op. Terwijl Mo het MeningenMonster bijvoorbeeld zegt ‘In een andere tijd zou dit niet waar zijn. Dat weet ik toevallig, want ik heb dat geleerd bij…’. Mo staat stil bij de voor- en nadelen van iets en vertelt hoe er over het onderwerp wordt gedacht in onze wereld. Schrijf één of meerdere van deze startzinnen op het bord, zodat de kinderen die kunnen aanvullen. Hoe vaker kinderen geoefend hebben, hoe makkelijker ze zelf het gesprek kunnen starten.

Tijdens het filosoferen neemt iemand de rol van Rick de RigouReus op zich. Rick de RigouReus is een vragensteller. Hij luistert heel goed tijdens een gesprek. Hij stelt verhelderingsvragen zoals ‘Waarom denk je dat?’ of ‘Denk je dat, of weet je dat?’. De kinderen in de rol van Rick zorgen ervoor dat alleen het antwoord ‘Ja’ of ‘Nee’ niet voldoende is.

Voordat het gesprek start, is er nog een rol te vergeven: die van Prunella de PiekerPrinses. Prunella luistert en bepaalt aan het eind van een gesprek of het een goed filosofisch gesprek was. De rol van Prunella wordt iedere keer door een ander kind gespeeld. Gezien de complexiteit en de zwaarte van de rol is het handig om deze rol als leerkracht de eerste keer op je te nemen. Geef bij de nabespreking van het gesprek steeds duidelijk de aandachtspunten aan waarop je hebt gelet.

Samenwerking is essentieel

FiloSprook is een coöperatief spel waarbij samenwerken essentieel is. Samen verzamelen kinderen de lantaarnfiches. Ze gaan met elkaar in gesprek en moeten goed naar elkaar luisteren. Als een paar kinderen een filosofisch gesprek voeren, luistert de rest van de groep kritisch en vraagt door of stelt verhelderingsvragen in de rol van Rick de RigoReus.

Sterk aan FiloSprook is dat het filosofische gesprek spelenderwijs aan de orde komt. Het spelbord, de karakters en de spelonderdelen prikkelen de nieuwsgierigheid en nodigen uit om samen het avontuur aan te gaan. Het hoofddoel, lantaarnfiches verzamelen, is duidelijk en goed te overzien. Tussendoor stuiten de leerlingen op vragen en opdrachten waar ze dieper over na moeten denken. Ze krijgen de ruimte om hun gedachten onder woorden te brengen. Tegelijkertijd zijn er duidelijke grenzen. Vooraf wordt bepaald wie er meedoet met het gesprek, een zandloper zorgt ervoor dat er een tijdslimiet is en alle andere spelers krijgen de rol van Rick de RigouReus. Een filosofisch gesprek wordt steeds afgerond met een korte evaluatie door Prunella.

Vanaf 8 jaar  

FiloSprook is gemaakt voor kinderen vanaf 8 jaar. De sprookjesachtige sfeer en de bijbehorende termen kunnen voor oudere kinderen wat kinderachtig aandoen. De filosofische vragen prikken daar echter snel doorheen en geven stof tot interessante gesprekken. Niet voor niks is het spel drie keer winnaar geworden van de Berrie Heesenprijs voor kinderfilosofie.

Voor het spelen van FiloSprook moet je ongeveer een uur uittrekken. Dit kan met twee tot zes spelers. Heb je geen tijd of ruimte voor een echt spel in de klas? Dan laat je spelbord en de dobbelstenen in de doos en gebruik je alleen de kaartjes met vragen. Laat de leerlingen een filosofische vraag bedenken of filosofeer aan de hand van een stelling of vraag. Toch heeft het zeker de voorkeur om het spel zelf te spelen. Het is een uitnodigende omgeving en de leerlingen beantwoorden de vragen vanuit een bepaald karakter. Dat maakt het makkelijker en minder bedreigend om vanuit een ander perspectief te denken.

Kritisch denken is belangrijk in een wereld vol informatiestromen

Variëren en verder filosoferen

Afhankelijk van de leeftijd van de kinderen en hun ervaring met filosoferen, kun je andere eisen stellen aan de gesprekken. Bij beginners kun je bijvoorbeeld vooral oefenen met het stellen van vragen en het aangaan van dialogen. Bij een groep die al wat vaker heeft gefilosofeerd, kun je ervoor kiezen om één van de tien thema’s eruit te lichten.

Als kinderen leren om moeilijke situaties in het dagelijks leven vanuit een ander perspectief te bekijken, kan hen dat helpen beter met zo’n situatie om te gaan. Misschien helpt het kinderen zelfs wel om hun eigen donkere gedachten te verlichten?

Reactie van de uitgever

In mijn therapiepraktijk werk ik dagelijks met kinderen, jongeren en hun ouders. Ik merkte dat ze over allerlei dingen nadachten, maar er ook vaak alleen mee bleven zitten. Door dialoogkaartjes mee te geven, gingen ze meer in gesprek met elkaar. Nu FiloSprook er is, kan iedereen praten en filosoferen met elkaar. Het spel is breed inzetbaar bij verschillende doelgroepen.

Isabelle Desegher, FiloSprook

Over de auteur

Marion Siemonsma is eigenaar van Pen & Pion/Kenniscentrum Spel. Op pen-en-pion.nl geeft ze tips om bestaande bordspellen in te zetten in het onderwijs. Ook is ze initiatiefnemer van het jaarlijkse magazine ‘Leren met Spellen’.

Book iconLiteratuurlijst
  • https://kinderfilosofie.nl/interviews/coen-simon-over-kinderfilosofie/
  • https://kinderfilosofie.nl/berrie-heesenprijs/
  • https://www.filosprook.be
  • Malboeuf-Hurtubise e.a., Philosophy for children and mindfulness during COVID-19: Results from a randomized cluster trial and impact on mental health in elementary school students. Elsevier, 2021
  • Anthone, Richard & Freddy Mortier. Socrates op de speelplaats. Leuven: Uitgeverij Acco, 2007
  • Merkens Bekkers, Maaike & Sabine Wassenberg. Ik zag twee beren filosoferen. B for Books Distribution, 2014

Marion Siemonsma