Profile

Dé basis voor het basisonderwijs

Rekenen & wiskunde
06/05/2025
Leestijd 2-3 minuten

Open leermateriaal inzetten? Dat doe je zo!

In JSW 7 las je over een onderzoek naar het gebruik van open leermaterialen voor maakonderwijs op basisscholen. Dat zijn educatieve materialen die door iedereen gratis kunnen worden opgeslagen, hergebruikt, aangepast, gecombineerd en gedeeld. De ontwikkelaars geven toestemming aan leerkrachten om de materialen naar eigen inzicht aan te passen en weer verder te verspreiden. Je werkt zo altijd met actueel materiaal, kunt een door anderen ontwikkeld thema inpassen én verbreding of verdieping aanbrengen.

In deze Praktijk krijg je ondersteuning bij het kiezen, duiden en aanpassen van open leermaterialen voor lessen die je zelf gaat geven. We gaan daarbij in op twee vragen:

1. In welke mate passen specifieke open leermiddelen bij wat ik belangrijk vind?

Veel basisschoolleerkrachten geven aan het belangrijk te vinden dat de materialen een samenvatting van de les (of lessen) bieden, dat er naast tekst ook beeld gebruikt wordt en dat er duidelijke doelen en heldere verwachtingen zijn.

Ook in de literatuur zijn er factoren te vinden die het gebruik van curriculum-materialen door leerkrachten kunnen bevorderen of belemmeren. Rogers (2003) onderscheidt bijvoorbeeld:

  • de relatieve meerwaarde die het materiaal voor je heeft. Hoe groter dat volgens jou als leerkracht is, hoe meer je geneigd bent de materialen te gebruiken.
  • de aansluiting van de materialen bij wat je al doet of wilt doen in de klas.
  • de complexiteit van de materialen. Hoe complexer, hoe meer belemmerend.
  • de aanpasbaarheid van de materialen. Hoe makkelijker dat is, hoe minder belemmerend.
  • het zichtbaar succes dat de materialen jou en de leerlingen kunnen hebben.

Als je als leerkracht een open leermiddel bekijkt dat je hebt gedownload, kun je aan de hand van deze aspecten bepalen in welke mate het materiaal past bij wat jij als leerkracht belangrijk vindt. Ter ondersteuning vind je op kopieerblad 1 een eenvoudig instrument. Je geeft per vraag aan in welke mate je denkt dat de open leermaterialen die je voor je hebt liggen voor jou van toepassing zijn. Hoe vaker je een vraag beantwoordt met ‘veel’, hoe beter de materialen aansluiten bij dat wat jij belangrijk vindt.

2. Hoe ga ik specifieke open leermaterialen gebruiken in mijn les?

In JSW 7 las je dat volgens Brown (2009) leerkrachten materialen altijd naar hun eigen hand zullen zetten om deze in hun eigen lespraktijk goed te kunnen gebruiken. Afhankelijk van de doelen die je voor ogen hebt, kies je specifieke open leermaterialen. Soms neem je delen van leermaterialen letterlijk over, ook wel offloading genoemd. Soms voeg je er eigen elementen aan toe, laat je bepaalde elementen weg of pas je zaken aan: adapting. Tenslotte kan er sprake zijn van improvising: tijdens de lessen spontaan je oorspronkelijke voorbereiding nog aanpassen. Je merkt het al: na het downloaden van de basismaterialen zet je nog allerlei onderzoeks- en ontwerpstappen om de lessen voor jouw leerlingen betekenisvol te maken (zie bijvoorbeeld Huizinga e.a., 2014; Nieveen e.a., 2024; Snoek e.a., 2017).

Op kopieerblad 2 staat een schema waarin je kunt bijhouden wat je uit gedownloade open leermiddelen overneemt, eraan toevoegt, eruit weglaat of juist aanpast. De twaalf reflectievragen hieronder helpen je vervolgens om taal te geven aan het ‘hoe’ en ‘waarom’ van je keuzes, zodat je die met je collega’s kunt bespreken.

Verrijking

Open leermaterialen kunnen op meerdere terreinen een krachtige verrijking zijn van het basisonderwijs. Bedenk dat je als leerkracht bij het gebruik ervan zélf een belangrijke rol speelt: jij downloadt het materiaal én je bepaalt wat je toevoegt of weglaat. Bepaal vooraf goed welke doelen je met het materiaal wilt bereiken. Hoe helderder je doelen zijn, hoe concreter je de lessen voor je ziet. Zo laat je jouw lessen helemaal aansluiten bij de doelen van je leerlingen.

Reflectievragen bij het gebruik van open leermiddelen

1. Hoe heb je op basis van de leermiddelen het voorbereiden van je les(sen) aangepakt?

2. Wat zijn de belangrijkste wijzigingen die je hebt aangebracht bij je lesvoorbereiding ten opzichte van de gedownloade materialen?

3. Wat waren de belangrijkste argumenten om tot deze wijzigingen te komen?

4. Welke kennis en vaardigheden van jezelf heb je ingezet om, met behulp van de open leermiddelen, je les voor te bereiden?

5. Hoeveel tijd en moeite heeft het je gekost om, op basis van de open leermiddelen, je les voor te bereiden?

6. In welke mate heb je voor jouw gevoel het doel dat je voor ogen had met deze lessen bereikt? Hoe komt dat?

7. Wat vond je het meest waardevol aan deze leermiddelen en waarom?

8. Welke onderdelen in deze leermiddelen hebben je goed ondersteund bij het ontwerpen van lessen? Hoe?

9. Wat heb je in deze leermiddelen gemist, dat je zou kunnen helpen bij het ontwerpen van lessen? Hoe zou die ondersteuning eruit kunnen zien?

10. Hoe zie je het gebruik van open leermiddelen voor andere lessen en thema’s voor je?

11. Wat zou je ervan vinden om de materialen die je in de afgelopen tijd zelf hebt doorontwikkeld te delen met andere leerkrachten? Wat zijn kansen en mogelijke belemmeringen daarbij?

12. Welke tips en tops neem je mee vanuit je ervaringen met het werken met open leermaterialen?

Roel Grol is als associate lector verbonden aan het onderzoeksteam ‘kwaliteiten van leraren’ van de Academie Educatie van de HAN.

Harry Stokhof werkt als hoofddocent en onderzoeker bij het onderzoeksteam ‘kwaliteiten van leraren’ van de Academie Educatie van de HAN.

Roel Grol

Roel Grol is als associate lector verbonden aan het onderzoeksteam ‘kwaliteiten van leraren’ van de Academie Educatie van de HAN.

Harry Stokhof