De leeswegwijzer
Een wijs gezegde stelt dat kinderen die niet van lezen houden het juiste boek nog niet hebben gevonden. Om kinderen op boeken te laten stuiten die onweerstaanbare aantrekkingskracht op ze hebben, kun je werken met een leeswegwijzer.
Vrij lezen is niet voor ieder kind een feest. Sterker nog, voor sommige kinderen is vrij lezen een frustrerende bezigheid die weerstand oproept. Het gaat om die kinderen die zich na het lenen van een boek al snel bij je melden om te zeggen dat ze het gekozen boek toch niet leuk vinden. Of die tijdens het vrij lezen niet daadwerkelijk lezen, maar dromerig om zich heen kijken. Als deze kinderen in de eindeloos fascinerende wereld van boeken de weg vinden naar boeken die aansluiten op hun wensen en interesses, stijgt de kans dat vrij lezen ook voor hen een feest wordt.
Verdwalen
Sommige kinderen verdwalen in figuurlijke zin in de (school)bibliotheek. Ze komen er simpelweg niet vaak genoeg. Ze zijn onbekend met het grasduinen tussen schelven die propvol boeken staan. Onbekend met het scannen van titels. Met het lezen van achterflappen. Met verschillende genres. Met hun eigen voorkeuren. Verloren lopen ze rond. Als leerkracht probeer je kinderen te begeleiden in hun keuzeproces. Helaas verloopt die begeleiding niet altijd vlot. Vaak zijn kinderen niet voorbereid op vragen over favoriete onderwerpen of auteurs. Die vragen worden dan met een onwetend schouderophalen beantwoord. Daar komt bij dat het aantal kinderen dat begeleiding nodig heeft groot is en de tijd beperkt. Het gevolg is dat bij ieder bezoek aan de (school)bibliotheek een aantal kinderen zonder veel overweging en enthousiasme een boek pakt. En dat is zelden het juiste boek.
Leeswegwijzer
De leeswegwijzer bestaat uit twee A4’tjes met vragen. Die vragen licht je toe en laat je daarna door de kinderen beantwoorden. De leeswegwijzer biedt voorafgaand aan het zoeken van boeken reflectie op onderwerpen, categorieën en kenmerken van boeken, waardoor het zoeken gerichter plaats kan vinden. Kinderen brengen hun ingevulde leeswegwijzer mee naar ieder bezoek aan de (school)bibliotheek. Als een kind vastloopt bij het kiezen van een boek, verschaft de leeswegwijzer klip en klare informatie over de interesses en voorkeuren van dat kind. Op basis daarvan kun jij, of een medewerker van de (school)bibliotheek, op maat gesneden voorbeeldgedrag laten zien. Toon hoe je boeken uit een gewenste categorie zoekt, titels en auteursnamen scant, door boeken bladert en flapteksten leest. Doe het voor en oefen het samen met het kind. Breng het de vaardigheid van zoeken en vinden van boeken bij. De leeswegwijzer biedt in dat proces weliswaar geen garantie op succes, maar verhoogt wel de kans dat het kind een boek vindt dat een onvergetelijke leeservaring oplevert.
Invullen en aankruisen
Op de leeswegwijzer kopieer je voor ieder kind de bibliotheekpas. Hiermee voorkom je dat kinderen geen boeken kunnen lenen, omdat ze vergeten zijn hun pas mee te brengen. Op het eerste vel (zie kopieerblad 1) van de leeswegwijzer vullen kinderen in wat hun hobby’s zijn en over welke onderwerpen zij al veel weten. Dikwijls zijn dit onderwerpen waarover zij graag lezen, zowel verhalend als informatief. Dat biedt aanknopingspunten voor (het begeleiden van) het kiezen van boeken. Ook schrijven ze op over welke onderwerpen ze nog meer te weten willen komen. Op het tweede vel (zie kopieerblad 2) noteren kinderen wat ze op televisie graag kijken en wat ze op internet doen. Ieder stukje informatie kan de opstap zijn naar het vinden van een passend boek. De kinderen reflecteren daarnaast op categorieën die zij aantrekkelijk vinden. Waar het ene kind een voorkeur heeft voor oorlogsverhalen, voelt het andere kind zich meer thuis in de wereld van fantasie en magie. Meerdere categorieën aankruisen mag natuurlijk ook. Tot slot vinken kinderen kenmerken aan die ideale boeken voor hen hebben, zoals grote letters en veel plaatjes. Alle antwoorden op een leeswegwijzer geven in samenhang met elkaar een beeld van het soort boeken dat een kind aantrekkelijk vindt. Ze wijzen de weg.
Derde vel
Het derde vel van de leeswegwijzer is een leeg A4’tje. Daarop houden kinderen een lijst bij van gelezen boeken en de waardering die zij aan die boeken toekennen, in de vorm van cijfers of sterren. Als kinderen een boek moeten kiezen, kun je hier handig gebruik van maken door in de begeleiding aan te sluiten op eerdere positieve leeservaringen. Je leert kinderen daarmee een belangrijke zoekstrategie. Daarnaast biedt de lijst de mogelijkheid om klasgenoten als boekpromotors in te zetten. Je kunt boeken in het spotlicht zetten door kinderen in de klas te laten vertellen over de boeken die zij met veel plezier gelezen hebben. Enthousiasme is besmettelijk, ook als het over boeken gaat. Een andere werkvorm is dat je kinderen met dezelfde interesses aan elkaar koppelt en ze elkaars boekenlijst laat bekijken. Grote kans dat wat de een mooi vindt, ook een schot in de roos is voor de ander. Zo snijdt het mes aan twee kanten.
Leespaspoort
De leeswegwijzer toont verwantschap met het leespaspoort. De focus is echter anders. Leespaspoorten leggen dikwijls nadruk op het aantal gelezen pagina’s en boeken, op de tijd die aan lezen is besteed en op externe beloningen. Het zijn eerder logboeken dan richtingwijzers. Bij de leeswegwijzer is het net andersom en staat het gebruik in het teken van het (leren) vinden van het juiste boek. Door het gebruiken van de leeswegwijzer zet je in op interne motivatie door het lezen zelf de grootste beloning te laten worden. Lezen als feest voor alle kinderen. De leeswegwijzer helpt je de slingers op te hangen.
Rob van Bree is leerkracht, psycholoog en wetenschapper.
Hanneke van Bree is leerkracht aan basisschool De Rank in Helmond.