Profile

Dé basis voor het basisonderwijs

Taal
01/04/2025
Leestijd 6-8 minuten

Oui! Si! Yes… voor thuistalen in de klas

Meertaligheid in het onderwijs is eerder regel dan uitzondering. Door toegenomen mobiliteit en nieuwe media komen tegenwoordig bijna alle kinderen in aanraking met meerdere talen en dialecten. Thuis, op straat, in de speeltuin en op TikTok gebruiken ze ál hun talen. Op school gebruiken ze vooral Nederlands. Wat zou er gebeuren als we in het klaslokaal ook ruimte zouden scheppen voor de thuistalen van kinderen?

Veel kinderen in het Nederlandse onderwijs hebben een migratieachtergrond. Sommigen zijn nog maar kortgeleden naar Nederland verhuisd, anderen zijn hier geboren. Soms komt één van de ouders of grootouders van elders, in andere gevallen gaat het om beide ouders. Wat deze kinderen gemeen hebben, is dat ze naast het Nederlands een andere taal (thuistaal) gebruiken om te communiceren en leren.

Thuistaal in de klas

Daar ook ruimte aan geven in de klas, heet translanguaging. Deze term werd voor het eerst gebruikt in Wales in de jaren tachtig van de vorige eeuw. In tweetalige Welsh-Engelse klassen werd leerlingen gevraagd om bijvoorbeeld een geschiedenistekst in het Welsh te lezen en vervolgens in het Engels vragen over deze tekst te beantwoorden. Sindsdien heeft translanguaging zich ontwikkeld tot een onderwijsaanpak die over de hele wereld wordt gebruikt, van Noord-Amerika tot Australië. Tegenwoordig verwijst translanguaging naar diverse meertalige strategieën die leerkrachten en leerlingen kunnen inzetten. Voorbeelden daarvan zijn:

  • Meertalige welkomstborden ophangen.
  • SayHi (een vertaal-app) gebruiken om een wereldoriëntatietaak uit te leggen aan een kind dat nog maar kort in Nederland is.
  • Leerlingen aanmoedigen om sleutelwoorden naar de thuistaal te vertalen in een rekenles.
  • Taalgroepen vormen voor leerlingen met dezelfde thuistaal om samen, met inzet van de gedeelde thuistaal, een rekentaak op te lossen.
  • Verzorgers uitnodigen om een verhaal in meerdere talen voor te lezen.

Het verwelkomen van thuistalen geeft de boodschap dat wat kinderen thuis doen ook waardevol is op school

Wat doet het?

Scholen en leerkrachten die een dergelijke aanpak overwegen, hebben vaak veel vragen. Wat is het potentieel van translanguaging? Helpt het de leerling? En zo ja, hoe? Om deze vragen te beantwoorden deden de auteurs van dit artikel systematisch literatuuronderzoek naar alle wetenschappelijke publicaties die translanguaging in vaklessen (zoals biologie of rekenen-wiskunde) centraal stelden, zowel in primair als voortgezet onderwijs. Dit zijn drie opvallende en belangrijke bevindingen:

Translanguaging ondersteunt het leren van vakinhoud

Vooral voor leerlingen die nog Nederlands aan het leren zijn, kan het gebruik van hun thuistaal in het onderwijs helpen om de instructies en de inhoud beter te begrijpen. Ook kan het hen in staat stellen zich beter uit te drukken en te laten zien wat ze weten en begrijpen. Voor álle meertalige leerlingen geldt dat translanguaging vakspecifieke kennisontwikkeling kan ondersteunen. Ünsal e.a. (2018) beschrijven een interessant voorbeeld: in een Zweedse techniekles proberen vier Turks-Zweedstalige leerlingen uit te vinden hoe ze een elektrisch circuit kunnen aansluiten. Als ze alleen Zweeds mogen gebruiken, vormen de leerlingen alleen korte zinnen. Wanneer de docent hen in taalgroepen aanmoedigt om zowel Turks als Zweeds te gebruiken, voeren de leerlingen langere gesprekken. Vaktaalwoorden zoals aansluiten, batterijhouder of draad verwoorden ze in het Zweeds, maar voor uitingen in dagelijkse taal gebruiken ze zowel het Turks als het Zweeds. Door het gebruik van beide talen kunnen ze het circuit beter begrijpen: ze beargumenteren, discussiëren, leggen dingen aan elkaar uit en generaliseren. Met hulp van de leerkracht en elkaar kunnen ze vervolgens voor de hele klas alles in het Zweeds uitleggen.

Translanguaging bevordert het talig-culturele bewustzijn van álle kinderen, juist ook van kinderen met een Nederlandstalige achtergrond

Translanguaging bevordert de samenwerking tussen leerlingen

Het gebruik van de thuistaal naast het Nederlands in de klas kan ook samenwerking tussen leerlingen bevorderen. Een sprekend voorbeeld komt van Morales en DiNapoli (2018). In een wiskundeles in de Verenigen Staten probeert een groep 18-jarige Latijns-Amerikaanse leerlingen een complexe exponentiële functievergelijking op te lossen. Ze komen daarbij veel uitdagingen tegen vanwege de moeilijkheid van de taak en ze hebben veel pogingen nodig om de vergelijking op te lossen. De onderzoekers laten zien dat het gebruik van Spaans en Engels een fundamentele rol speelt in de manier waarop de leerlingen na elke mislukte poging samen volhouden. Door Spaans toe te laten, hebben de leerlingen meer middelen in handen om uitdrukking te geven aan hun wiskundig denken.

Een belangrijke eerste stap is weten wat leerlingen met hun talen kunnen en hoe ze zich daarbij voelen

Translanguaging speelt een belangrijke rol bij sociaal-emotioneel leren

Kinderen die thuis een andere taal spreken dan op school, voelen zich niet altijd helemaal welkom op school. Het gebruik van zowel de thuistaal als het Nederlands kan helpen om een brug te slaan tussen de verschillende werelden van kinderen. Met andere woorden, het verwelkomen van thuistalen op school geeft de boodschap dat wat kinderen thuis doen ook waardevol is op school. Dit bevordert gevoelens van inclusie. Little en Kirwan (2017) laten bijvoorbeeld zien hoe leerkrachten in een basisschool in Ierland translanguaging inzetten: als kinderen nieuwe cijfers in het Engels leren, vragen leerkrachten hoe ze die cijfers in hun thuistalen zeggen. Kinderen worden ook aangemoedigd om in hun thuistalen te praten over kleuren, eten en andere onderwerpen die centraal staan in de lessen. Dit zorgt voor een gevoel van erbij horen en bevordert het zelfvertrouwen van de kinderen, wat weer vakinhoudelijke kennisontwikkeling van kinderen kan ondersteunen.

Maar…

Wetenschappelijk onderzoek laat zien dat translanguaging veel voordelen heeft. Toch lost deze aanpak niet alle uitdagingen op waarmee kinderen met een migratieachtergrond op school worden geconfronteerd. Bovendien hebben niet alle kinderen in de klas evenveel baat bij een dergelijke aanpak. Cataldo-Schwarzl (2022) laat bijvoorbeeld zien dat translanguaging kan leiden tot gevoelens van uitsluiting bij leerlingen die hun thuistaal niet delen met andere leeftijdsgenoten in de groep. Toch overtreffen de voordelen de nadelen ruimschoots. Zo bevordert translanguaging in de klas het talig-culturele bewustzijn van álle kinderen, juist ook van kinderen met een Nederlandstalige achtergrond.

Interesse tonen

Dit zijn drie eenvoudige strategieën die je morgen meteen in je klas kunt uitproberen:

Wees nieuwsgierig naar andere talen

Als je merkt dat leerlingen een andere taal dan het Nederlands gebruiken, toon dan interesse. Vraag ze bijvoorbeeld om jou een woord in hun thuistaal te leren. ‘Hallo’, ‘dank je’ en ‘goed gedaan’ zijn altijd goede opties!

Leer je leerlingen (talig) beter kennen

Een belangrijke eerste stap bij het inzetten van translanguaging is weten wat leerlingen met hun talen kunnen en hoe ze zich daarbij voelen. Je kunt bijvoorbeeld samen met je leerlingen taalportretten maken (zie afbeelding) en hen vragen erover te praten. Je kunt ook vragen stellen. Hoe heb je deze taal geleerd? In welke talen praten je ouders tegen jou? Kun je in die taal ook schrijven? In welke talen lees jij, kijk je filmpjes op YouTube of droom jij? Voor een meer systematische aanpak kun je ook een korte vragenlijst maken voor zowel leerlingen als ouders.

Maak een meertalige woordmuur

Kies een sleutelwoord uit je les (bijv. vogel, zon, optelling) en pak een stuk papier. Moedig leerlingen aan om woordenboeken en technologie te gebruiken om samen het woord in zoveel mogelijk talen te vertalen in vijf of tien minuten. Google Translate, DeepL en Van Dale Miniwoordenboeken (voor 17 talen!) zijn geschikte hulpmiddelen. Toon de resultaten op de muren van het klaslokaal. Stimuleer vervolgens een discussie over de overeenkomsten en verschillen tussen de woorden: ‘Kijk nou, optelling is ‘addition’ in het Engels, ‘sumă’ in het Roemeens, en ‚soma’ in het Italiaans. Mario, jij spreekt Italiaans, toch? Wat betekent soma? Kun je ons een voorbeeld geven?’ Met zo’n oefening kun je gebruikmaken van de voorkennis van leerlingen, ze over een concept laten nadenken en verschillende perspectieven op hetzelfde concept in de klas bespreken. Op deze manier kunnen kinderen van elkaar leren, zélfs als ze niet hun thuistalen delen.

Mirona Moraru is postdoctoral onderzoeker in Multilingual Voices in STEM Education (Multi-STEM) aan de Universiteit Utrecht. Ze is geïnteresseerd in de relatie tussen meertaligheid en migratie in het onderwijs.

Jantien Smit is lector Meertaligheid en Onderwijs bij Hogeschool Utrecht en medeaanvrager/co-projectleider van het Multi-STEM-project.

Arthur Bakker is hoogleraar Bètadidactiek en Curriculum aan de Universiteit van Amsterdam en medeaanvrager van het Multi-STEM-project.

Elma Blom is hoogleraar Taalontwikkeling en Meertaligheid in Gezin en Onderwijs aan de Universiteit Utrecht. Ze is projectleider van het NWA-ORC-project Multilingual Voices in STEM Education (Multi-STEM).

Book iconMediatips

https://multistem.net/nl/2024/thuistaal-sleutel-brug-spiegel/

https://www.slo.nl/thema/vakspecifieke-thema/mvt/meertaligheid/

Meertaligheid & rekenen [Seizoen 4, Aflevering 5] (kletsheadspodcast.nl)

Book iconLiteratuurlijst

Cataldo-Schwarzl, L. (2022). Invisible. Inaudible. Marginalised: Unique languages in a superdiverse translanguaging-classroom. Journal of Multilingual and Multicultural Development, 1-14. https://doi.org/10.1080/01434632.2022.2044831

Little, D., & Kirwan, D. (2017). Translanguaging as a key to educational success: The experience of one Irish primary school. In P. Van Avermaet, S. Slembrouck, K. Van Gorp, S. Sierens, & K. Maryns (Eds.), The multilingual edge of education (pp. 313-340). Palgrave Macmillan. https://doi.org/10.5040/9781350072053

Morales, H., & DiNapoli, J. (2018). Latinx bilingual students’ perseverance on a mathematical task: A rehumanizing perspective. Journal of Research in Mathematics Education, 7(3), 226-250. https://doi.org/10.17583/redimat.2018.3274

Ünsal, Z., Jakobson, B., Molander, B.-O., & Wickman, P.-O. (2018b). Science education in a bilingual class: Problematising a translational practice. Cultural Studies of Science Education, 13(2), 317-340. https://doi.org/10.1007/s11422-016-9747-3

Mirona Moraru

Mirona Moraru is postdoctoral onderzoeker in Multilingual Voices in STEM Education (Multi-STEM) aan de Universiteit Utrecht. Ze is geïnteresseerd in de relatie tussen meertaligheid en migratie in het onderwijs.

Jantien Smit

Jantien Smit is lector Meertaligheid en Onderwijs bij Hogeschool Utrecht en medeaanvrager/co-projectleider van het Multi-STEM-project.

Arthur Bakker

Arthur Bakker is hoogleraar Bètadidactiek en Curriculum aan de Universiteit van Amsterdam en medeaanvrager van het Multi-STEM-project.

Elma Blom

Elma Blom is hoogleraar Taalontwikkeling en Meertaligheid in Gezin en Onderwijs aan de Universiteit Utrecht. Ze is projectleider van het NWA-ORC-project Multilingual Voices in STEM Education (Multi-STEM).