Profile

Dé basis voor het basisonderwijs

Taal
04/03/2025
Leestijd 9-13 minuten
Geschreven door Suzanne van Norden

Schrijven in het hart van taalonderwijs

Deel 2 - Het wordt meteen duidelijk uit de nieuwe kerndoelen: schrijven hoort thuis in het hart van het taalonderwijs. Het is onlosmakelijk verbonden met lezen, spreken en luisteren en gekoppeld aan de zaakvakken. Taal- en schrijfspecialist Suzanne van Norden legt uit wat een schrijfles effectief maakt.

In deel 1 van dit artikel in JSW 3 van 2024 beschreef ik het belang van samenhang tussen de taalvaardigheden lezen, spreken en schrijven en tussen taalontwikkeling en inhoudelijke kennisopbouw. Samenhang wil niet zeggen dat we alles op één hoop moeten gooien en dat lezen en schrijven niet meer afzonderlijk geleerd hoeven te worden. Het betekent dat we goed lees- en schrijfonderwijs met elkaar verbinden binnen thema’s en zaakvakonderwerpen. In dit deel geef ik een beeld van hoe schrijfdidactiek er in deze benadering uit kan zien. Ik laat het je zien aan de hand van principes en aandachtspunten die ik tijdens mijn jarenlange praktijk in klassen en geïnformeerd door wetenschappelijk onderzoek heb ontwikkeld.

Beginnen bij de inhoud

Je begrijpt een tekst over een voor jou bekend onderwerp beter dan een even moeilijke tekst over een onderwerp waarvan je niets weet. Voor schrijven geldt iets soortgelijks: je schrijft beter over onderwerpen waar je genoeg over weet en waarbij je je betrokken voelt, dan over een onderwerp dat uit de lucht komt vallen. Vandaar dat schrijven over eigen ervaringen zo’n belangrijke basis legt voor schrijfvaardigheid op de basisschool. Kinderen die elkaar in taalrondes (Van Norden, 2024) vertellen over wat ze hebben meegemaakt en gezien, kunnen gemakkelijker beginnen met schrijven en effectiever werken aan revisie van hun teksten.
Dat geldt vervolgens ook voor schrijven over opgedane zaakvakkennis of kennis die voortkomt uit het lezen van boeken. Een kind dat veel weet of gelezen heeft over treinen, het broeikaseffect of Mesopotamië kan daar betere teksten over schrijven dan over onbekende onderwerpen. Het is dan ook essentieel om goed na te denken over schrijfonderwerpen, de manieren om hierover kennis op te doen en daarbij passende leesteksten en schrijfopdrachten.

Stapsgewijs werken

Schrijven vanuit het niets lukt niemand. Dat betekent dat een schrijfles van een half uur, waarin kinderen na een korte uitleg meteen aan het werk worden gezet niet erg effectief is. In wetenschappelijk onderzoek naar schrijfdidactiek wordt steevast gewerkt met een fasen-model: een rustige, goed doordachte opbouw van verschillende lesfasen. Die opbouw ziet er globaal altijd hetzelfde uit. Je start met voldoende tijd voor een inhoudelijke oriëntatie op het onderwerp door middel van lezen, kijken, praten, tekenen, aantekeningen maken. Dan is het tijd voor de schrijfopdracht, met bijbehorende instructie en eventuele analyse van voorbeeldteksten. Daarna schrijft iedereen een eerste versie van een tekst, die daarna besproken wordt en misschien wel gepubliceerd. Als leerkracht bepaal je hoe en in welk tempo je deze fasen met je leerlingen doorloopt, maar elke fase is nodig voor het beste leereffect. Dat daar meestal meer tijd voor nodig is dan een half uur, spreekt vanzelf.

In goede schrijflessen hoort veel gepraat te worden

Ruimte voor praten

In goede schrijflessen hoort veel gepraat te worden. Door te praten over een onderwerp vorm je je gedachten en probeer je die alvast in taal om te zetten. Reacties van je gesprekspartners helpen daarbij. Wie eerst mondeling vertelt wat hij of zij denkt en bedoelt, kan daarna gemakkelijker gaan schrijven. De schrijfdrempel die veel kinderen ervaren gaat naar beneden. Maar ook tijdens het daadwerkelijke schrijfproces is het belangrijk om praatgelegenheid te scheppen. Samen hardop denkend een tekst schrijven, je zinnen aan iemand voorlezen en er feedback op vragen of geven, in de groep versies van teksten bespreken, vertellen hoe je met je tekst bezig bent geweest. Dat zijn allemaal belangrijke vormen van praten die het schrijven ondersteunen. Daarvoor moet ruimte zijn in elke schrijfles.

Stappenplan voor beginnend schrijven in groep 1-3:

De taaltekening

1. In de kring vertellen wat je hebt meegemaakt of waargenomen.

2. Tekenen wat je hebt verteld.

3. De tekst bij je tekening tijdens gesprekje door de leerkracht laten opschrijven of (deels) zelf opschrijven.

4. Terugluisteren of -lezen of de tekst klopt met wat je bedoelde.

5. Taaltekeningen delen in de groep en er vragen bij stellen.

Doel: mondelinge taalontwikkeling in combinatie met beginnend lezen en schrijven.

Het belang van genrekennis

Het idee dat elke tekst aan dezelfde normen moet voldoen, klopt niet. Een verhaal moet spannend zijn, maar een instructietekst moet vooral duidelijk zijn en een feitelijke beschrijving moet overzichtelijk en kernachtig informatie geven. Ook maakt het nogal uit voor welke lezer een tekst geschreven wordt. Dat betekent dat teksten verschillende structuren, woordkeuze, toon en vormgeving hebben. Schrijfvaardig worden betekent dat je je bewust bent van deze verschillen en ze doelgericht leert hanteren. Een goede schrijfleerkracht verdiept zich in de kenmerken van verschillende tekstgenres, neemt genre-specifieke criteria in de schrijfopdrachten op en geeft daarvan voorbeelden (De Lint & Van Norden, 2022).

Instructie en voorbeelden zijn belangrijk
Het idee dat kinderen bij het schrijven niet beïnvloed mogen worden door voorbeelden, is een misvatting. Ze hebben voorbeelden juist nodig om te begrijpen wat een inleiding is of hoe je een beschrijving beeldend, spannend of juist feitelijk kunt maken. Ook leer je uit voorbeelden hoe je een heldere structuur aanbrengt in een beschouwende of betogende tekst. Voorbeelden (deels) imiteren is een belangrijke eerste stap in de ontwikkeling van schrijfvaardigheid. Het onder begeleiding uitpluizen van voorbeeldteksten is zeker in de bovenbouw een belangrijk onderdeel van schrijfinstructie. En dan samen bedenken wat je uit die teksten kunt overnemen voor je eigen tekst.

Eigen teksten beter maken zorgt voor succeservaringen en zelfvertrouwen

Tekstbesprekingen als kern

Eén schrijfles is geen schrijfles. Je hebt altijd een tweede les nodig, waarin de versies die in de eerste les geschreven zijn, gelezen, besproken en gereviseerd worden. Nakijken is minder belangrijk dan teksten herlezen, voorlezen, samen bekijken op criteria, vragen stellen over de inhoud, eraan rommelen en stukjes herschrijven. Zonder tekstbesprekingen leren kinderen te weinig. Feedback geven en ontvangen op teksten is een van de effectiefste didactische strategieën bij schrijfonderwijs (Jansen & Van Wijen, 2019; Koster & Korpershoek, 2022). Hoe je het aanpakt kan variëren: van kinderen hun tekst laten voorlezen aan een maatje tot klassikaal een tekst uitpluizen aan de hand van de schrijfopdracht. Een andere optie is teksten voorlezen en er vragen over laten stellen. Teksten worden geschreven om gelezen te worden en van je lezers leer je het beste of overkomt wat je bedoelt. Eigen teksten beter maken zorgt voor succeservaringen en zelfvertrouwen. Het is dan ook de moeite waard om bij elke schrijfopdracht ruimte in te bouwen voor tekstbesprekingen.

Opbouw van een tekstbespreking

1. Tekst selecteren en toestemming vragen aan leerling om het te delen.

2. Eerste versie van kindertekst op bord projecteren.

3. Voorlezen en vragen stellen en beantwoorden.

4. Gericht bespreken op basis van succescriteria.

5. Enkele wijzigingen doorvoeren.

6. Veranderde tekst voorlezen.

7. In tweetallen om en om teksten aan elkaar voorlezen en bespreken op de succescriteria, wijzigingen doorvoeren.

8. Evaluatie in de groep.

Tekstfeedback geven en ontvangen is een van de effectiefste didactische strategieën bij schrijfonderwijs

Bewust werken met doorgaande lijnen

Leerlijnen voor schrijfvaardigheid zijn ingewikkeld om te maken. Dat komt omdat schrijfontwikkeling niet lineair verloopt, maar eerder in een spiraal. Dezelfde vaardigheden komen steeds terug, steeds een stapje hoger. Kinderen worden steeds beter in woorden vinden voor wat ze bedoelen, structuur aanbrengen in hun tekst, spanning en details aan een verhaal toevoegen, een bij het schrijfdoel passende toon gebruiken of essentiële illustraties toevoegen. Dat begint in de onderbouw en gaat door tot in de bovenbouw. Een goede schrijfleerkracht is zich bewust van hoe kinderen zich kunnen ontwikkelen in schrijven in de verschillende genres en welke vervolgstappen daarin gezet kunnen worden. Hoe kunnen kleuters leren beter onderscheid te maken tussen vertellen wat ze geleerd hebben en vertellen wat ze hebben meegemaakt? Wat vinden kinderen in groep 5 nog moeilijk aan het indelen van een feitelijke tekst in paragrafen met deelonderwerpen? Hoe leren bovenbouwers om een inleiding te schrijven die niet rechtstreeks de lezer aanspreekt, maar zakelijk blijft? En hoe werk je met leerlingen aan het preciezer beschrijven van wat ze voelden en dachten bij het lezen van een boek? Als je zo denkt, kun je elke keer teruggrijpen op iets dat gedaan is bij een vorige, vergelijkbare schrijfopdracht. Zo worden kinderen zich bewust van hun eigen vooruitgang in schrijven.

Gewoon beginnen

Hierboven zijn enkele belangrijke aspecten van goede schrijfdidactiek op de basisschool in het kort beschreven. Die allemaal inzetten in je onderwijs, dat krijg je natuurlijk niet in een handomdraai voor elkaar. Je moet misschien je kennis uit literatuur opfrissen (zie jsw.nl voor literatuurtips) en je kunt ideeën uitwisselen met je collega’s en directie. Maar belangrijker nog: begin direct met schrijven in je groep. Wat je erover leest, kun je dan direct in de praktijk brengen. En die praktijkervaringen zullen je lees- en leermotivatie bij dit onderwerp versterken. Op naar nóg beter schrijfonderwijs!

Book iconMediatips

• Bakker, L., A. Burlage, M. Hendriks, F. van Herwaarden en S. van Norden (2022). Praktische didactiek voor geïntegreerd zaakvakonderwijs. Bussum: Coutinho.
• De Lint, P. en Van Norden, S. (2022). Wat een goede tekst! Gids voor schrijven in tien genres voor het basisonderwijs. Boom uitgevers Amsterdam.
• Herder, A. (2021). Schrijfonderwijs op peil. Handreiking voor leerkrachten in de midden- en bovenbouw van het (speciaal) basisonderwijs. SLO, Amersfoort.
• Koster en Korpershoek (2022). Maak er geen punt van! Feedback geven op schrijfproducten. Bussum: Coutinho.
• Opdat wij schrijven. Herinrichting van het schrijfonderwijs nu (2024). Onder redactie van Renske Bouwer, Micha Hamel, Suzanne van Norden, Jeroen Steenbakkers en Els Stronks.
• Smits, A., & Van Koeven, E. (2020). Rijke taal. Taaldidactiek voor het basisonderwijs. Amsterdam: Boom uitgevers
• Steenbakkers, J. (2023) Speelse toewijding. Een pedagogisch-didactische aanpak voor betekenisvol schrijfstijl- en formuleeronderwijs. Uitgeverij Phronese.
• Van Norden, S. (2024) Iedereen kan leren schrijven. Schrijfplezier en schrijfvaardigheid in het basisonderwijs. Derde druk. Coutinho.

Book iconLiteratuurlijst

De Lint, P. en Van Norden, S. (2022). Wat een goede tekst! Gids voor schrijven in tien genres voor het basisonderwijs. Boom uitgevers Amsterdam.
Jansen, T. & Van Wijen, D. (2019). Effectief schrijfonderwijs op de basisschool. Een literatuurstudie. In: Tijdschrift voor Levende Talen, Jrg. 20 nr. 2, p. 3-15.
Koster en Korpershoek (2022). Maak er geen punt van! Feedback geven op schrijfproducten. Bussum: Coutinho.
SLO (2023). Toelichtingsdocument Conceptkerndoelen Nederlands. Te vinden op https://www.slo.nl/thema/meer/actualisatie-kerndoelen-examenprogramma/actualisatie-kerndoelen/@22842/conceptkerndoelen-leergebied-nederlands/
SLO (2024). Definitieve conceptkerndoelen Nederlands en rekenen en wiskunde. Te vinden op https://www.actualisatiekerndoelen.nl/nederlands
Van Norden, S. (2024). Iedereen kan leren schrijven. Schrijfplezier en schrijfvaardigheid in het basisonderwijs. Coutinho, derde druk.