Praten over lezen
Veel basisscholen zoeken naar manieren om het leesonderwijs op hun school te verbeteren. Literaire gesprekken is een effectieve methodiek om de kwaliteit en de opbrengsten van dit onderwijs te verbeteren.
In groep 8 praten leerlingen over het samenleesboek George van Alex Gino. Het verhaal gaat over een jongen die liever een meisje wil zijn en Melissa genoemd wil worden. Het verhaal leidt tot mooie gesprekken, waarbij Chris opmerkt dat hij zich kan voorstellen dat George liever een meisje is, maar dat dit in zijn familie onbespreekbaar zou zijn.
Wat zijn literaire gesprekken?
Literaire gesprekken zijn gesprekken waarbij lezers hun gevoelens en gedachten die tijdens en na het lezen van boeken en verhalen bij hen opkomen met elkaar delen. Bij het uitwisselen van hun gedachtes over het verhaal ontdekken ze samen nieuwe betekenissen. Uit onderzoek van Cornelissen (2016) blijkt dat leerlingen zich hierbij ontwikkelen in het verwoorden van emotionele beleving, interpretatie, beoordeling en narratief begrip; dit zijn de vier dimensies van literaire competentie.
Bij literaire gesprekken delen kinderen hun gevoelens en gedachten over een boek met elkaar
Leerlingen die nog weinig ervaring hebben in het voeren van deze gesprekken geven eerst vooral hun beleefde emoties weer. Hierbij gebruiken ze korte woordjes als zielig, grappig, stom. Als leerlingen uitgebreider ingaan op deze belevingen en gaan zoeken naar onderbouwingen, volgen er argumentaties. Deze argumentaties kunnen ze ontlenen uit de gelezen tekst: ‘Ik vond het zielig, omdat zijn ouders op de speelplaats ruzie gingen maken.’ Op het hoogste niveau zijn de argumentaties gebaseerd op de werkelijkheid: ‘Ik vind het zielig, omdat ouders die gaan scheiden zoveel ruzie maken en er niet aan denken hoe erg dat voor hun kinderen is.’
Je ziet dus dat leerlingen in hun argumentaties bij hun belevingen de tekst gaan interpreteren, ze gaan relaties leggen tussen de verschillende fragmenten in de tekst en tenslotte ook tussen de tekst en hun eigen wereldbeeld.
Begeleiding van literaire gesprekken
Een voorwaarde voor het voeren van een literair gesprek is dat leerlingen de tijd krijgen om de tekst die in de klas centraal staat, eerst individueel te lezen. Tijdens dit individuele lezen, wat ze thuis doen, maken ze aantekeningen bij fragmenten waar ze in de groep met elkaar over willen doorpraten. De taak van leerkrachten is dat ze hun leerlingen uitdagen om hun gedachtes te vertellen en om ze op elkaar te laten reageren. Dit kan door het stellen van vragen. Enkele voorbeeldvragen op het gebied van beleving, interpretatie beoordeling en narratief begrip (Cornelissen, 2019) staan hieronder.
• Belevingsvragen: wat vond je het meest zielige stukje? Wie vind je erg zielig? Hoe komt dat?
• Interpretatievragen: wat ben je allemaal te weten gekomen over dit personage? Doet dit personage je aan iemand denken? Waarom reageert hij zo boos, denk je?
• Beoordelingsvragen: zou je dit boek aanraden aan je beste vriend? Wat vind je het mooiste, grappigste stukje?
• Vragen naar narratief begrip: waarom denk je dat de auteur zo uitgebreid vertelt over het bad ritueel van Edward?
Na verloop van tijd zullen leerlingen deze manier van vragen stellen overnemen en kan de leerkracht steeds meer naar de achtergrond verdwijnen.
Een voorwaarde voor literaire gesprekken is dat kinderen de tekst eerst individueel lezen
Hoe te beginnen?
Op de Alan Turingschool voeren wij literaire gesprekken vanaf groep 3. Het mooie van leerlingen laten praten over boeken is dat de gesprekken altijd goed zijn. Er is geen goed of fout als het gaat om jouw beleving als lezer. Dit maakt de drempel om te beginnen laag voor zowel jou als leerkracht als voor de leerlingen. Je hoeft als leerkracht enkel het gesprek op gang te brengen en te kijken waar leerlingen zelf mee komen.
Het is belangrijk dat je als leerkracht vragen stelt waar iedere leerling vanuit zijn eigen beleving op moet kunnen antwoorden, zodat er geen uitzonderingen zijn en elke leerling in gesprek kan gaan. Een goede vraag die je zou kunnen stellen is: ‘Van welk deel van het boek/hoofdstuk zag jij een heel duidelijk plaatje in je hoofd?’ Je kunt de vraag ook nog iets vrijer stellen door te vragen: ‘Over welk stuk/passage wil je verder praten met je medeleerlingen?’ Je geeft elke leerling een post-it en laat het plakken bij een passage waar ze verder over willen praten. Ze schrijven op de post-it op waarom ze over dat stukje willen praten. Vervolgens zet je leerlingen in viertallen bij elkaar en laat ze met elkaar in gesprek gaan aan de hand van de dingen die ze op de post-its hebben geschreven. Iedere leerling leest zijn/haar post-it voor en leest de passage voor waar ze over verder willen praten. Jij stimuleert de andere leerlingen om te reageren op de post-it. Als een leerling zijn/haar post-it besproken heeft is de volgende leerling aan de beurt.
Het mooie van deze gesprekken is dat de uitkomst niet vaststaat. Je kunt als leerkracht rondlopen en genieten van de opmerkingen die leerlingen maken over het boek. Het zal je verrassen hoe goed leerlingen kunnen praten over dingen die ze hebben gelezen en dat ze dingen zeggen waar jij als leerkracht zelf nog niet bij hebt stilgestaan.
Boeken voor het voeren van literaire gesprekken
Het is belangrijk om voor het voeren van literaire gesprekken goede boeken uit te zoeken. Je kunt bijvoorbeeld kijken naar de verhaallijn, of de personages goed worden neergezet en of er sprake is van rijke taal. Er moet immers genoeg zijn om over verder te kunnen praten. Het zijn boeken die leerlingen wel aanspreken, maar die ze niet gauw zelf zouden kiezen. In de groepen 3, 4 en 5 kunnen leerlingen nog niet alle boeken zelf lezen die ze inhoudelijk wellicht wel interessant vinden. Zo’n boek kun je dan zeker kiezen, maar wees je er dan van bewust dat je het boek voornamelijk voorleest waarna leerlingen over bepaalde stukken uit het boek in gesprek gaan.
Het leesplezier van leerlingen neemt toe door het voeren van literaire gesprekken
Minilessen
Het is als leerkracht goed om voor te doen hoe jij als ervaren lezer jezelf meeneemt in een boek, relaties legt tussen het verhaal en je eigen leven en hoe je aankijkt tegen passages in het boek. Cornelissen heeft bij deze methodiek een zevental minilessen gemaakt die leerlingen leert hoe ze naar het verhaal kunnen kijken en hun ervaringen kunnen noteren en delen. Deze minilessen hebben wij verwerkt in een kwaliteitskaart die je gratis kunt downloaden. Daar vind je ook een boekenlijst van de boeken die we gebruiken (www.enigmaonderwijs.nl/literaire-gesprekken).
Tijdsinvestering
Je kunt je voorstellen dat het voeren van goede gesprekken niet het laatste kwartiertje van de dag in beslag kan nemen. Om leerlingen met elkaar in gesprek te laten gaan moet je ongeveer een uur per week vrijmaken in het rooster. Om tijd te besparen zou je er in de groepen 6, 7 en 8 voor kunnen kiezen om leerlingen hoofdstukken van het boek thuis te laten lezen. Na het voeren van een literair gesprek, spreek je met leerlingen af welke bladzijdes ze thuis in een week moeten lezen. Je kunt ze post-its meegeven zodat ze thuis alvast de passage uit kunnen zoeken waar ze over verder willen praten. Het is ook een mooie gelegenheid om ouders te betrekken bij het lezen van hun kind. Je kunt ouders een bericht sturen om te vertellen wat de opdracht is. Wellicht is het mogelijk dat ouders meelezen met het kind en alvast thuis een gesprek voeren. In de groepen 3, 4 en 5 is het lastiger om leerlingen thuis te laten lezen, omdat het technisch leesniveau nog niet altijd voldoende is ontwikkeld om de boeken zelfstandig te kunnen lezen.
Leesmotivatie
Het leesplezier van leerlingen neemt toe door het voeren van literaire gesprekken. Leerlingen in de klas weten vaak niet welk boek ze moeten kiezen. Wanneer jij een kwalitatief goed boek voor ze uitkiest, komen ze daar geregeld mee terug om te vertellen dat ze het toch niet zo’n leuk boek vinden. Maar bestel jij van datzelfde boek 25 exemplaren en gebruik je het boek om literaire gesprekken vorm te geven, dan zie je dat diezelfde leerling het ineens een prachtig boek vindt. Het samen lezen en samen erover praten helpt leerlingen enorm een boek te waarderen.
Bijvangst
Praten over boeken wordt door Stichting Lezen gezien als een van de succesfactoren voor het bevorderen van de leesmotivatie. Dat is iets wat wij herkennen in de praktijk van onze school. Leerlingen lezen door de aanpak niet alleen meer teksten en verhalen, ze lezen de boeken ook uit. Er zijn leerlingen die het moeilijk vinden om zelfstandig een boek uit te lezen. Door dit samen te doen, krijgen de leerlingen een zetje in de goede richting. En als de leerkracht kennis heeft van jeugdliteratuur, dan kan zij leerlingen verder helpen bij de keuze van leesboeken die aansluiten bij de thematiek of het genre.
Maar er is meer. Uit het onderzoek van Cornelissen (2016) blijkt ook dat leerlingen die deelnamen aan haar onderzoek zich sterk ontwikkelden op het gebied van begrijpend lezen zonder dat hierin expliciet werd onderwezen (Cornelissen, 2019). Dit prachtige resultaat, deze mooie bijvangst, zou een extra stimulans kunnen zijn om op jouw school met literaire gesprekken aan de slag te gaan. Ook aanwijzingen dat literaire gesprekken helend en ondersteunend zijn voor volwassenen, maar dat valt buiten de scope van dit artikel (Raes, 2020).
• Cornelissen, G. (2016). Maar als je erover nadenkt. Een jaar literatuuronderwijs in de groepen 7 en 8 van de basisschool. Stichting Lezen, nr. 27.
• Cornelissen, G. (2018). Literaire gesprekken voeren over boeken. Gepubliceerd in JSW, april 201
• Cornelissen, G. (2018). Meten van literaire competentie. Gepubliceerd in JSW, mei 2018.
• Cornelissen, G. (2019). Literaire gesprekken in de klas. Te downloaden via: https://www.lezen.nl/wp-content/uploads/2021/01/literaire_gesprekken_lr.pdf
• Raes, J. (2020). Samen lezen. De ultieme therapie. Antwerpen: LannooCampus.