AI in de klas: superkracht, nachtmerrie, of?
AI in het basisonderwijs: moet je het omarmen als je nieuwe duo-collega of gooi je soms liever je laptop het raam uit? In deze praktijk vind je een stappenplan om slim en doordacht met AI aan de slag te gaan.
AI (artificial intelligence) of kunstmatige intelligentie is technologie die computers mensachtige eigenschappen lijkt te geven. Van razendsnel teksten schrijven tot het maken van beelden en video’s: AI kan het allemaal. En dagelijks komen er nieuwe toepassingen voor het onderwijs bij. Hoe ga je hier als leerkracht mee om? Wat betekent AI in het onderwijs precies? En moeten we dat wel willen voor (vaak jonge) leerlingen? Hoe gaan we om met leerlingen die extra hulp van AI hebben ingeschakeld voor hun spreekbeurt? Of software zoals Canva, waar je met behulp van AI plaatjes maakt en bewerkt? Of leerkrachten die inmiddels hele lessen maken met AI?
AI kan op verschillende manieren invloed hebben op ons onderwijs. Om spraakverwarring te voorkomen, is het handig om vanuit verschillende perspectieven naar AI in het basisonderwijs te kijken:
- Onderwijs met AI: AI ter inspiratie en ondersteuning van het werk van de leerkracht.
- Onderwijs over AI: AI in het onderwijs als onderdeel van het leergebied digitale geletterdheid.
- Onderwijs verstoord door AI: de confrontatie met AI vanuit de leefwereld van leerlingen.
Onderwijs met AI
AI kan het werk van leerkrachten enorm verrijken en ondersteunen. Een recente literatuurverkenning over AI in het primair onderwijs (Van Miltenburg & Van Rijn, 2025) richtte zich vooral op dit perspectief, met als hoofdvraag: ‘Wat is er vanuit de literatuur bekend over de gevolgen van de toepassing van AI voor het werk in het po?’.
In deze studie wordt onderscheid gemaakt tussen het gebruik van AI-ondersteuning in de klas (didactiek en differentiatie) en buiten de klas (lesvoorbereidingen en administratieve processen). De belangrijkste conclusie uit het onderzoek is dat visie- en beleidsvorming essentieel is, omdat AI vergaande gevolgen kan hebben voor het onderwijs. Goede visievorming is daarbij een middel om te voorkomen dat onvoldoede regie leidt tot onveilig of onethisch gebruik en daarmee tot negatieve gevolgen voor leerlingen en/of personeel.
AI en de leerkracht
Maar wat betekent dit nu voor jou als leerkracht? En hoe benut je AI op een verantwoorde manier? Deze praktijk biedt daar een stappenplan voor. Laten we beginnen bij de AI taalmodellen, zoals ChatGPT, Copilot en Claude. Deze zijn erg geschikt voor het schrijven van rijke teksten. Je kunt er zelfs voor zorgen dat deze teksten specifiek aansluiten op het leesniveau van je leerlingen. Of nog mooier: je kunt zelfs differentiëren met teksten voor verschillende leesniveaus binnen een thema. Hiervoor moet je als leerkracht leren om goede prompts (opdrachten) te schrijven. Gelukkig kun je daarvoor online al veel goede voorbeelden vinden. De kernvraag wordt dan: hoe gebruik ik AI op een verantwoorde manier? Het stappenplan op kopieerblad 1 en 2 helpt je daarbij.
AI en de leerling
De vraag ‘Moeten we AI in het onderwijs wel willen voor zulke jonge leerlingen?’ is zeer terecht. Paradoxaal genoeg vraagt de voorbereiding van leerlingen op een wereld met AI, helemaal niet dat er al van jongs af aan met AI gewerkt wordt. Om verantwoord met AI te kunnen werken, zijn randvoorwaardenlijke vaardigheden nodig, die onder andere te vinden zijn in de conceptkerndoelen van domein A van het leergebied Digitale Geletterdheid (Kampman e.a.,2024). Een leerlijn AI kan starten met activiteiten in de klas die leerlingen meer leren over hoe AI-systemen werken, hoe ze kritisch naar informatie, data en gegevens kunnen kijken en hoe ze veilig online gegevens delen. Deze activiteiten zijn vaak goed te combineren met andere leergebieden, zoals taal, rekenen en burgerschap. Denk maar eens aan het verkennen van de betrouwbaarheid van bronnen in de taalmethode. Daarnaast is taalbewustzijn enorm belangrijk, aangezien de interactie met AI-systemen op dit moment grotendeels via gesproken en geschreven taal plaatsvindt.
Visie en kritische blik
AI wordt in hoog tempo onderdeel van ons leven en belandt zo ook in het onderwijs. Belangrijke vragen daarbij zijn: ‘Wie wil ik zijn in een wereld van AI?’ en ‘Welke visie hebben we als school op het gebruik van AI?’. Een vraag die je als leerkracht kan stellen is: ‘Op welke manier kan ik mogelijkheden van AI verantwoord gebruiken in mijn klas en school?’ En een visievraag is: ‘Hoe zorgen we dat AI het leerproces van leerlingen niet verstoord?’. Deze uitdaging wordt zichtbaar als leerlingen zonder begeleiding AI-tools zoals ChatGPT gebruiken voor huiswerk of spreekbeurten. Dit vergroot de digitale kloof tussen leerlingen en roept vragen op over authenticiteit van leerprocessen. Om dit te voorkomen, is het essentieel om leerlingen eerst de randvoorwaardelijke kennis en vaardigheden mee te geven. Dat helpt hen kritisch te leren kijken naar hun eigen werk- en leerproces. Ook voor leerkrachten helpen deze vaardigheden om bewuste keuzes te kunnen maken bij het gebruik van AI. Er liggen duidelijk kansen om de kwaliteit van het onderwijs te versterken met AI als er bewust, afgewogen en doelgericht mee gewerkt wordt in het onderwijs. Dit vraagt om persoonlijke en gezamenlijke visievorming, waarin leerkrachten concrete handvatten krijgen om leerlingen te begeleiden in het verantwoord omgaan met deze nieuwe technologieën.
Anika Embrechts is curriculumontwikkelaar Technologie, Digitale Geletterdheid en leerstrategieën bij ROC van Twente, vakexpert SLO kerndoelenactualisatie Digitale Geletterdheid en onderzoeker en projectleider SPRONG Educatief STEM.