‘Bewegen in de klas is pure noodzaak’
Neuropsycholoog en bewegingswetenschapper Erik Scherder wil letterlijk en figuurlijk meer beweging in het onderwijs. En snel graag, want de nood is hoog: ‘Regel het nu, we moeten van de vrijblijvendheid af.’

Je pleidooi voor meer bewegen op school breekt met een traditie van ‘leren doe je op een stoel, bewegen in je vrije tijd’.
‘Er was ook een tijd van eindeloos buitenspelen, zonder concurrentie van schermpjes, games en social media. Bewegen was een natuurlijk onderdeel van de dag. En dat raken we in rap tempo kwijt!’
Hoe is dat historische proces verlopen? En waarom is het problematisch?
‘In 2012 publiceerden medewerkers van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) een serie artikelen in The Lancet* (een gerenommeerd wetenschappelijk tijdschrift, red.) over “the Pandemic of Physical Inactivity”. Ze brachten onder de aandacht dat fysieke inactiviteit de op drie na grootste oorzaak was van overlijden. En dat jaarlijks 5,3 miljoen mensen overlijden aan ziekten gerelateerd aan overmatig zitten, bijvoorbeeld diabetes type 2, obesitas en hart- en vaatziekten. Als je kijkt naar de jeugd zie je een alarmerend beeld, met bijvoorbeeld kinderen van nog geen vijf jaar oud met diabetes type 2. Dat werd tot voor kort ouderdomsdiabetes genoemd en het trof vooral mensen van mijn leeftijd. Onderzoekers relateren fysiek welbevinden óók aan leerprestaties. Door te bewegen, neemt de stofwisseling van de hersenen toe. Je activeert netwerken in het brein die te maken hebben met je geheugen en ruimtelijk inzicht. En je remt juist bepaalde verbindingen, wat de concentratie ten goede komt. Hoe fitter je bent, hoe beter je vaak bent in rekenen en taal. Maar onderwijsprestaties dalen. Nu verklaart de mate van fitheid niet álles. Kinderen wiens ouders geld hebben voor de sportclub, hebben ook een grotere kans om thuis een boekenkast aan te treffen of een eigen kamer om huiswerk te maken. Daarmee breek ik met mijn pleidooi voor meer beweging ook een lans voor kansengelijkheid. Degenen met de minste toegang tot sport- en speelplekken, hebben het meeste baat bij beweging op school.’
Ik breek met mijn pleidooi voor meer beweging ook een lans voor kansengelijkheid
Hoe kunnen leerkrachten dit aanpakken?
‘Onderbreek het zitten na elk half uur met slechts drie minuutjes beweging. Daardoor stijgt de kans op betere leeropbrengsten en neemt de kans op die drie eerder genoemde gezondheidsaandoeningen al af. Een kleine aanpassing die maar niet van de grond komt. De overheid roept vaak dat aanpassingen in het onderwijs miljoenen kosten, maar dat geldt hier toch niet voor? Een paar minuten bewegen in de klas kost niets en levert ontzettend veel op. Bijvoorbeeld toename in concentratie, wat de leerprestaties ten goede komt. En als je het financieel bekijkt, bespaar je miljarden aan toekomstige zorgkosten. Ik zou de overheid dus adviseren dat nú te regelen en het niet aan scholen en individuele leerkrachten over te laten. We moeten echt van de vrijblijvendheid af.’
Waarom top-down? Scholen en leerkrachten kunnen toch ook zelf aan de slag?
‘Als de overheid geen signaal afgeeft, dan blijven veel scholen het helaas zien als niet meer dan een leuk extraatje. Als het ministerie van OCW tenminste die paar minuten bewegen tussendoor structureel vastlegt, zal het niet meer worden gezien als een optie op een geinig tussendoortje. Dan dringt het besef misschien door dat bewegen in de klas pure noodzaak is. Dat motorische en cognitieve ontwikkeling elkaar overlappen. Ze versterken dezelfde neurale netwerken. Op het moment dat een kind uit zijn stoel komt, stimuleert het al zijn geheugen. Die gedachte moet voor iedereen vanzelfsprekend worden.’
Inzichten over de integrale ontwikkeling van het brein worden aan de kant geschoven
Aankomende leerkrachten op de Pabo staan misschien meer open voor de wetenschap dat leervermogen en fysieke ontwikkeling samengaan?
‘Ik ben er natuurlijk heel erg voor als de boodschap aankomt bij leerkrachten in opleiding. Maar voordat alle basisscholen worden bemenst door de lichting 2024-2025, zijn we tientallen jaren verder. Die tijd hebben we niet.’
Hoe ziet het bewegen op school eruit? Apenkooien, springen, dansen?
‘Het eerste valt al af, want je moet het in de klas kunnen doen. Maar dan is er alsnog heel veel mogelijk! Mijn studenten aan de Vrije Universiteit kunnen niet veel kanten op in de collegebanken, dus daarom doen ze samen met mij na een half uur een squat van drie minuten. Iedereen doet mee.’
Kun je ook nóg verder gaan? Van alleen het zitten onderbreken naar bewegend leren?
‘Dat is heel goed onderzocht, onder meer door collega’s van de Rijksuniversiteit Groningen. “Twee keer vier is acht” betekent acht keer springen, “twee keer zes…” is twaalf keer springen. Voor taal geldt dit net zo. Voor veel scholen is dat echter nog een brug te ver. Die drie minuten onderbreking is dan alvast een mooi begin.’
Taal en rekenen, de klassieke basisvaardigheden. Het klinkt alsof je je meer bezig houdt met hoe kinderen het beste kunnen leren, dan met de vraag wát ze moeten leren…
‘Dat kan zo lijken, als je het wat en hoe als gescheiden werelden ziet. Maar zie je dat bewegen er niet alleen voor zorgt dat je harder kunt rennen, maar ook dat je beter in je vel gaat zitten, makkelijker met anderen kunt spelen, je beter kunt concentreren en creatiever wordt… dan begrijp je dat al die zaken in elkaar overvloeien. Ik vind dat school meer moet zijn dan een plek waar je puur cognitief kennis verzamelt. Er moet naast bewegen ook veel meer aandacht naar kunst en cultuur op school.** Daarmee verrijk je het onderwijs. Hard nodig, want de laatste jaren hebben we een enorme verarming gezien.’
In het licht van ‘terug naar de basis’ is het misschien onvermijdelijk dat bepaalde onderdelen uit het curriculum geschrapt worden?
‘Een paar jaar geleden heb ik voor curriculum.nu (een project ter vernieuwing van het curriculum voor het primair en voortgezet onderwijs, red.)*** betoogt dat leerlingen met meer kunst, cultuur en bewegen grote sprongen kunnen maken op allerlei gebieden. Ook op het gebied van rekenen en taal dus. De afgelopen jaren zijn de resultaten van die basisvaardigheden ondanks allerlei inspanningen echter gedaald. Dat komt omdat inzichten over de integrale ontwikkeling van het brein aan de kant worden geschoven. Totaal onnodig, want met een verrijkt aanbod hoeven we niet te kiezen.’
Rijk onderwijs, wat betekent dat volgens jou?
‘Daarvoor haal ik graag een beroemde uitspraak van de neuropsycholoog Donald Hebb aan: “Neurons that fire together, wire together”. Ofwel, je moet neuronen stimuleren om netwerken te creëren in het brein. Dat geldt voor alle leeftijden, maar zeker ook het kinderbrein dat nog volop in ontwikkeling is. Hoe zorg je voor dat “vuren” van zenuwcellen? Door iets steeds op een andere manier te doen. Dus niet eindeloos op dezelfde manier tafels erin stampen. Verrijk het onderwijs, en daarmee de hersenen van kinderen, door kunst en cultuur aan het curriculum toe te voegen. Alleen al door te kijken naar kunst gaat het brein aan. Het komt in beweging en wil op zoek naar betekenis. Inbeelden en fantaseren zijn geweldige hersenfuncties die gestimuleerd worden door het bekijken en maken van kunst. Muziek idem dito: noten lezen en vertalen naar klanken, dat zorgt voor een fantastische uitdaging. Als je die aangaat, geeft dat een geweldig gevoel!’
Verrijk het onderwijs, en daarmee de hersenen van kinderen
Door je mediaoptredens en de vele denktanks en initiatieven waar je bij betrokken bent, lijkt het alsof mensen jouw boodschap goed ontvangen. Waarom is dat zo weinig terug te zien op scholen?
‘Veel ministers en ambtenaren zeggen het helemaal eens te zijn met mijn missie voor verrijkt onderwijs. Maar in de praktijk wordt er toch nauwelijks iets mee gedaan. Niets stugger dan het onderwijssysteem, zo lijkt het.’
Misschien beginnen met pilotscholen die jouw stellingen bewijzen?
‘In mijn ogen misbruikt het ministerie van OCW het principe van voorbeeldscholen. In plaats van zelf daadkracht te tonen, wijzen ze naar best practice scholen met de boodschap “Kijk daar eens mee” of “Luister naar het verhaal van die schoolleider”, Dat is de doodsklap voor mijn verhaal natuurlijk. Maar ik ga niet bij de pakken neerzitten. Ik blijf me samen met anderen met hart en ziel inzetten om het onderwijs in beweging te krijgen.’
*https://www.thelancet.com/journals/lancet/article/PIIS0140-6736(12)60898-8/abstract
**Erik Scherder is ambassadeur voor Meer Muziek in de Klas meermuziekindeklas.nl/nl/landings/meetbare-effecten-van-muziek
Erik Ouwerkerk is zelfstandig onderwijsjournalist en tekstschrijver
(erikouwerkerk@freedom.nl).