Profile

Dé basis voor het basisonderwijs

Blogs
17/10/2019
Leestijd 3-4 minuten
Geschreven door Renée van Eijk

Cheers

‘Every kid needs a champion’, zo sprak Rita Pierson terecht. Maar wat is dat dan, een kampioen voor de klas? Natuurlijk is dat een leerkracht die graag met kinderen werkt en interesse in hen toont. Maar ook, misschien wel even belangrijk, is het een leerkracht die ervoor zorgt dat de leerlingen tijdens de instructie betrokken en actief zijn, zodat ze zoveel mogelijk leren om daarna zelfstandig te verwerken.

Save the children

TED-talk Rita Pierson: Every kid needs a champion.

Dat de instructie het belangrijkste moment is van de les, is uitgebreid onderzocht en meermaals bewezen. Maar is het ook het leukste moment van de les? Ja! Het is vooral leuk als iedereen meedoet met de les. Teach Like A Champion heeft mijn lessen interactiever gemaakt waardoor er meer leerlingen betrokken zijn bij de lesstof. Teach Like A Champion is een boek met 62 technieken leerkrachtgedrag. Een greep uit de gereedschapskist:

Draai en praat
Je stelt een vraag waar je alle leerlingen denktijd voor geeft en vervolgens allemaal tegelijk antwoord op laat geven en over laat praten. Met elkaar. Hoe doe je dat? De leerlingen hebben vaste praatmaatjes. Kondig aan wie begint, bijvoorbeeld degene met de langste haren of de leerling die het dichtste bij jou zit. Zodra jij ‘Draai en praat’ zegt, gaan ze met elkaar in gesprek. Spreek een signaal af waarop ze weer terugkomen bij jou. Ik klap een ritme en mijn leerlingen klappen terug. Nu heb ik wat collega’s die minder ritmegevoel hebben. Zij zeggen 3, 2, 1 en de leerlingen antwoorden met ‘Ik luister meteen!’ Waarop het weer stil is en de les weer verder gaat. Heeft er misschien een tweetal over voetbal gepraat? Wellicht. Maar de andere 24 niet, alle aandacht was bij jouw vraag en het onderwerp van de les.

Laat maar zien
Het bespreken van meerkeuzevragen of het toetsen van de kennis van je klas is nog nooit zo overzichtelijk geweest! Je stelt een vraag aan de leerlingen en geeft aan wat de keuzes zijn. A = 1, B = 2, en zo verder. Of je geeft een stelling: 1 is waar en 2 is niet waar. Na denktijd (ik plaats mijn vingers op mijn hoofd en benoem echt ‘denktijd’) te hebben gegeven, zeg je: ‘Laat maar zien.’ Bij mij hoor je dan 26 gebalde vuisten twee keer op tafel slaan en daarna zie je vingers in de lucht: 1 als ze antwoord A kiezen, 2 voor antwoord B, et cetera. Je ziet in één oogopslag hoe de groep denkt of kiest, welke leerling het wel of niet goed heeft. Zijn er leerlingen die snel nog even veranderen? Natuurlijk! Maar die heb jij vast heel snel in de gaten.

Bliksembeurt
Net zo onverwacht als de bliksem komt de bliksembeurt. Je kondigt aan dat je een bliksembeurt gaat geven. De leerlingen mogen dan hun vinger niet opsteken, de tip die ik geef, is om even op de handen te zitten als je de bliksembeurt aankondig. Vervolgens geef je een leerling een beurt. In het begin geef je de beurt alleen aan een leerling van wie je zeker weet dat hij of zij het antwoord kent, zo werk je aan competentiegevoel. Een bliksembeurt is geen straf! Een bliksembeurt heeft als effect dat iedereen weet ‘ik kan de beurt krijgen’. En dus let iedereen op. Na verloop van tijd, als er een prettig en veilig leerklimaat heerst, kan je ook bij moeilijkere opgaven een bliksembeurt geven.

Weet niet geldt niet
Natuurlijk gebeurt het met enige regelmaat dat een leerling geen antwoord kan geven. Er zijn verschillende redenen te bedenken waarom dat zo is. Wellicht keek de leerling even uit het raam, hij weet het echt niet of hij heeft bijvoorbeeld de vraag niet goed gehoord. Wat doe je dan? Zuchten? Mopperen? Boos worden? Nee! Soms zeg ik het antwoord voor, soms zegt een leerling het antwoord voor. De leerling die het niet wist, herhaalt dan het goede antwoord en daardoor weten de leerlingen in mijn klas: hier moet ik altijd antwoord geven, ik kom er niet onderuit. Een niveau hoger is het geven van een tip. Soms geef ik de tip die de leerling naar het antwoord helpt. De mooiste versie van deze techniek is als een andere leerling de tip geeft waardoor de eerste leerling verder komt. Wat een samenwerking!

Renée van Eijk